‘n Aangename verrassing toe ek die afgelope naweek die nuutste uitgawe van Meander ontvang, is die feit dat hulle in dié uitgawe onder andere op Ester Naomi Perquin, een van ons gereelde medewerkers, fokus. Afgesien van die onderhoud is daar sommer ook ‘n hele paar van haar gedigte wat gelees kan word.
As lusmaker hou ek graag die volgende uittreksels uit die onderhoud aan jou voor:
Op die vraag hoekom sy haar tot die digkuns aangetrokke voel, antwoord Perquin dat haar eerste aangetrokkenheid tot die skryf van prosa was, maar dat die digkuns haar uiteindelik begin oorweldig het: “Uiteindelijk bleek ik toch een voorkeur te hebben voor het geringe oppervlak van het gedicht. Die schijn van overzichtelijkheid ook. Die uiterste samenballing van alles: klanken, beelden, ritme, raadsels – het is zo’n stootvast ding, een gedicht. Daar kon ik mee uit de voeten.”
Op die vraag oor haar voorkeur aan ‘ouderwetse’ taalgebruik in haar gedigte: “Volgens mij ben ik wel wat behoudend van aard, in mijn woordgebruik. Taal die aan de rand van de zaal staat en best een beetje gevoel voor ritme heeft, maar die liever niet danst. Alles moet op de beheersing worden veroverd. Zo’n eigenschap kun je lastig ontlopen, al kleven er zekere risico’s aan. Je moet dat goed in de gaten houden in je eigen werk.”
Oor die kwessie van literêre pryse het dié veelbekroonde digter haar soos volg uitgelaat: “Een prijs is een compliment en dat compliment mag je, in alle relativiteit, gewoon incasseren – maar ik geloof niet dat je er in poëtisch opzicht echt wijzer van wordt. En ik ken ook geen mensen die na een prijs plotseling blakend van zelfliefde op feestjes verschijnen. Een prijs heeft vooral praktisch nut. Het kan je werk onder de aandacht brengen, het brengt opdrachten met zich mee en schrijfgeld in de la.”
As toegif, haar vers “Mens blijft staan” onder aan vanoggend se Nuuswekker. En, indien jy dit verlede jaar gemis het, kan jy steeds die onderhoud wat Andries Visagie met Perquin gevoer het tydens haar besoek aan Suid-Afrika verlede jaar, op Versindaba te lese kry.
***
Sedert gister het daar net een nuwe plasing bygekom en dit is Desmond Painter se inspirerende stuk oor Bob Dylan. Maak ook seker dat jy gaan inloer by Cas Vos se skrywersprofiel op LitNet.
Mooi bly.
LE
Mens blijft staan
Waren we nuttiger dingen geweest, onze buiken groenblauwe globes,
onze harten de motors (eenzaam, knalroze) onze handen door
goden omwikkeld met plakband, aan draden tot grotere dingen bewogen
en waren we draagbaar geweest (handvat aan de bovenkant) vraag dan
hoeveel keer beter, hoeveel keer meer – waren we eenmaal
doorzichtig geweest, de lijnen kwijt, we hadden het beter begrepen.
We hechtten tot nu toe geloof aan een mond en twee ogen
maar dit heeft geen gezicht, heeft geen gezicht nodig.
Het is hoe het kijkt en laat je hier achter.
Niemand verplaatst je in wat je betekent, geen mens laat je opstaan
en zweven, we zijn ons beperkte bewegen gewend.
We zullen niets zinnigs meer worden, zijn het misschien al geweest.
Afwezig. Helder ingetekend. Ontdaan van wisselvalligheden.
Iets dat klaar is en waar je, voor even,
de eerste getuige van bent.
(c) Ester Naomi Perquin (In opdracht van Wintertuin / De Ingreep, bij een tentoonstelling van Elspeth Diederix, 2009.)