Môre word die Nasionale Gedichtendag in Nederland en Vlaandere gevier en soos ‘n mens kan verwag, word dié hooggety van poësie gekenmerk deur ‘n magdom aktiwiteite en pryse. So word die wenner van die Herman de Coninckprys aangekondig (kandidate: Johan de Boose, Marleen De Crée, Stefan Hertmans, Marc Tritsmans en Joke van Leeuwen); so ook die wenner van die VSB Poësieprys (kandidate: Armando, Paul Bogaert, Eva Cox, Kreek Daey Ouwens en Henk van der Waal ) en die Turing Nationale Gedicfhtenwedstrijd, waarvoor daar vanjaar 9,869 gedigte deur 2,300 (anonieme) digters ontvang is. Voorts word etlike publikasies in die vooruitsig gestel, waaronder die ‘Gedichtendagbundel’, Een oud geluid, wat vanjaar deur Remo Campert geskryf is en die Turing Nationale Gedichtenwedstrijd se amptelike bloemlesing De 100 beste gedichten. Nog ‘n besonderse inisiatief, deur die Vlaams Fonds voor de Letteren, is die Gedichtendag-essay wat vanjaar deur Jan Lauwereyns geskryf word en met as titel De smaak van het geluid van het hart ‘n ondersoek is na wat die poësie vir hom persoonlik beteken.
Dit is egter die berigte oor die reeds genoemde Turing Gedichtenwedstrijd wat my geïnteresseer het.
Die Turing Foundation het naamlik in 2006 tot stand gekom met ‘n skenking van 100 miljoen euro deur Pieter en Françoise Geelen. Met die opbrengste uit dié fonds finansier die Turing Foundation ontwikkelingsprojekte in die onderwys en natuurbewaring. Verdermeer word spesifieke steun toegesê aan die bevordering van klassieke musiek, skilderkuns en poësie. (Soos byvoorbeeld met die literêre tydskrif De Gids, die reeks bloemlesings wat deur Van Oorschot uitgegee word en natuurlik die Nationale Gedichtendag.)
Op De Contrabas se webblad is daar egter ‘n kostelike berig oor die Gedichtendagwedstrijd. Chrètien Breukers vertel dat ook hy gedigte ingestuur het. Die keuring van die wengedigte geskied in verskillendes rondtes en die beoordeling is anoniem; aanvanklik deur die organiseerders, dan deur die redaksie van die literêre tydskrif Awater en ten slotte die paneel beoordelaars (onder voorsitterskap van Gerrit Komrij) wat die 100 beste gedigte moet aanwys vir opname in die reeds genoemde bloemlesing. Aanvanklik – na maande van stilswye – het Chrètien dus aanvaar dat sy gedigte dit nie na die tweede rondte gemaak het nie. Maar, toe blyk dit dat die organiseerder ‘n fout gemaak het en dat sy gedigte wél gekeur was vir die volgende fase: “Na verloop van weken bleken ze dat wel te hebben gedaan. Foutje van de systeembeheerder, meldde de organisatie. Alle gedichten die door leken te zijn gegaan, waren afgevallen. Alle gedichten die leken te zijn afgevallen, waren door. Het was alsof de geest van een CDA-congres in de prijs was gevaren.”
Sjoe, wat ‘n flater! Intussen kan ons maar net uitsien na die geskrop in die hoenderhok wat De 100 beste gedichten normaalweg tot gevolg het. (Verlede jaar het gesiene digters soos Ingmar Heytze en Mark Boog se inskrywings byvoorbeeld nié die uitverkore lys van 100 gehaal nie …)
Ten slotte wil ek graag die fokus swaai na Ramsey Nasr, Dichter des Vaderland, en uiteraard iemand wat aan die voorpunt staan van dié fees. En dit is aan die hand van ‘n uitspraak van hom wat bo aan die Turing Foundation se webblad staan; ‘n gedagte wat ‘n mens inderdaad tot nadenke striem:
“Als woorden ontwaken, worden ze gevaarlijk…
Sommigen zoeken houvast in poëzie,
willen een verklaring voor een vers of woord.
Maar in poëzie klopt niets. Daar is alles mogelijk.”
***
Sug. Vanoggend is daar geen nuwe bydrae om aan te kondig nie.
Gebruik daarom gerus die tyd om in te haal op jou agterstallige leestyd.
Mooi bly.
LE
Na afloop van die Lae Lande se Gedichtendag-vieringe is Remco Campert se gedichtendagbundel, “Een oud geluid”, volledig op die internet geplaas. Die gedigte kan by die volgende skakel gelees (óf beluister) word. Watter indrukwekkendee digter is Campert nie!
http://www.gedichtendag.com/2011/eenoudgeluid/start.php
Nog ‘n pryswenner wat gisteraand (26/10) aangekondig is, is Armando wat die VSB Poëzieprys ontvang vir sy bundel “Gedichten 2009”. Met ‘n prysgeld van 25,000 euro is dit die grootste poësieprys in Nederland. Volgens die berig by NRC Boeken: “De jury prees Armando’s bundel met de volgende woorden: ‘Met grote hardnekkigheid – alsof elk gedicht het laatste en meest definitieve zal zijn – herneemt hij steeds dezelfde thema’s: het landschap dat schuldig is, de dreiging, de aanval, de kilte. Een wereld waarin zwart de voornaamste kleur is, waarin oorlog en geweld altijd aanwezig zijn en waarin het verleden nooit voorbij is. Op zijn werk zijn woorden als troost of hoop niet van toepassing. (…) Armando brengt met grote consequentie een onverteerbare boodschap. Dat maakt zijn bundel Gedichten 2009 monumentaal, verpletterend, onontkoombaar en noodzakelijk. Hij schrijft tragedies zonder catharsis. Hij schrijft de mythologie van de twintigste eeuw.’”
In totaal was 159 bundels beoordeel vir dié gesogte prys.
Gaan lees gerus die volledige berig by http://www.nrcboeken.nl/nieuws/armando-wint-vsb-poezieprijs-2011
Hieronder volg ‘n gedig van Armando uit sy pas-bekroonde bundel.
Voorzichtig
Ze liepen voorzichtig,
en lieten het landschap binnenkomen,
ze merkten dat hun tred bewonderd werd.
Heel voorzichtig gingen ze door de deuren,
langs het lusteloze strand, bezichtigden de bomen,
ze dachten dat de struiken ontvlambaar waren
en de hemel onder handbereik.
Zie, ze houden zich voorzichtig vast.
© Armando (Uit: “Gedichten 2009, 2010: Uitgeverij Augustus)
Dit is gisteraand bekend gemaak dat Henk van Loenen se gedig “Onder de sterren” aangewys is as die wenner onder die 9,869 inskrywings vir die Turing Nationale Gedichtenwedstrijd. Gaan lees die berig by De Contrabas: http://www.decontrabas.com/de_contrabas/2011/01/henk-van-loenen-juli%C3%ABn-holtrigter-wint-turingprijs.html
Hier volg Van Loenen se wengedig:
Onder de sterren
Onder de sterren geslapen. Lang in de tijd
liggen kijken, in de ijlende, krijsende ruimte.
De vreemde vreugde die dat ondenkbare schept.
Ik zag een foto die iemand vanuit een kuil had genomen.
Uitzicht vanuit een graf, stond eronder. Je zag
een stuk van de hemel en de dunne kruinen van bomen.
Ik denk aan mijn vader, heel ver van huis, niet meer
bij machte terug te keren.
En aan mijn ex die ik plots bij mijn tandarts aantrof
boven mijn wijdopen mond, mooier en harder dan ooit,
met een slang in haar hand om het gruis en het vocht
weg te zuigen. Daar lag ik.
Ik zou zo graag licht willen reizen, met in mijn rugzak
niet meer dan wat kleren, een veldfles, een pen
en papier.
Gisteraand is dit bekend gemaak dat Marc Tritsmans met die Herman de Coninck poësieprys vereer is vir sy bundel “Studie van de schaduw” (2010: Uitgeverij Nieuw Amsterdam). Volgens die commendatio: “Een huis, een boom, de vlucht van een roofvogel: het zijn de gewone dingen die bij Tritsmans aanleiding geven tot een overweging, een inzicht, een emotie. Toch is hij niet bang van ontroering; ze komt hem aanwaaien vanuit het detail, de anekdote, de toevallige ontmoeting. Tritsmans verwoordt het allemaal op een toegankelijke en eenvoudige manier. Zo is deze poëzie voor de lezer ‘bruikbaar’: herkenbaar en toch verrassend, troostend maar niet tranerig.”
Lees ook ‘n vorige Nuuswekker oor die kortlys by https://versindaba.co.za/2010/12/14/kortlys-vir-herman-de-coninck-prys-bekend-gemaak/
Tritsmans se gedig “Uitgesproken” is na ‘n openbare stemming aangewys as die mees gewilde gedig van 2010. Die gedig volg hieronder.
Uitgesproken
praat met mij en doe dat
honderduit, vertel me zwijgend
waarover een leven gaat
hoeveel tederheid er nodig is
en adem gulzig tot het eind
spreek dit lichaam zonder
een spoor van schroom, spreek
het, spel het volledig uit
laat me duizelen breng me
in totale ademnood geef je
eindelijk helemaal bloot
Mark Tritsmans (1959)
uit: Studie van de schaduw (2010)
Terloops – Joke van Leeuwen, wat een van die finaliste was, tree vanjaar by die Woordfees op. Gewis iets om na uit te sien … 🙂