Maya Angelou – I Know Why The Caged Bird Sings (1969)
In de nasleep van de moord op Martin Luther King (op 4 april 1968) organiseerde de Amerikaanse schrijver James Baldwin etentjes met zwarte intellectuelen, om de moord te verwerken. Een van de mensen die hij daarbij betrok, was Maya Angelou (1928-2014). Ze was bevriend geweest met Martin Luther King en na de moord (die op haar veertigste verjaardag had plaatsgevonden) was ze in een depressie beland. Omdat ze tijdens de etentjes zo levendig over haar verleden vertelde, moedigde Baldwin haar aan haar herinneringen op te schrijven. Aanvankelijk twijfelde ze. Ze had tot dat moment een zeer gevarieerde carrière als o.a. zangeres en actrice; op literair gebied was ze tot dan uitsluitend actief geweest als dichter. Maar ze sloot zich niettemin op in een hotelkamer en begon koortsachtig te schrijven. Haar debuut I Know Why The Caged Bird Sings werd een enorm succes.
Dit eerste van in totaal zeven delen autobiografie begint op het moment dat de driejarige Marguerite (Maya) en haar oudere broer Bailey door hun ouders met een labeltje aan hun kleding op de trein worden gezet naar het stadje Stamps in Arkansas (in het zuiden van de Verenigde Staten). Daar worden ze verder opgevoed door hun oma (Momma) en hun gehandicapte oom (Uncle Willie). Hoewel het gezin relatief welvarend is (Maya’s oma is eigenaar van een winkel in het centrum van Stamps) hebben ze erg te lijden onder het racisme. In het boek wordt in bijna elk hoofdstuk wel een incident beschreven waarin de jonge Marguerite of een van haar familieleden het geweld van racisme en apartheid moeten ondergaan. Een indrukwekkend voorbeeld hiervan is de scene waarin Marguerite met spoed een tandarts nodig heeft. De enige beschikbare tandarts weigert haar te behandelen (ook als hij eraan wordt herinnerd dat hij geld van Momma had geleend tijdens de Grote Depressie): ‘Annie, my policy is I’d rather stick my hand in a dog’s mouth than in a nigger’s’.
Net als haar verwanten ontwikkelt ze een strategie om hiermee om te gaan; een strategie die een kracht wordt. De jonge Marguerite moet haar gevoel van minderwaardigheid overwinnen en vlucht in haar fantasie. Op een gegeven moment wordt ze met haar broer door haar vader weer opgehaald om bij haar moeder in Californië te gaan wonen. Daar wordt ze door de nieuwe partner van haar moeder, Mr. Freeman, op 8-jarige leeftijd verkracht. Freeman dreigt haar broer te vermoorden als ze hem verraadt, maar omdat zijn daad haar levensgevaarlijk ziek maakt, komt het uit. De man wordt schuldig verklaard, maar hoeft niet de cel in. Vervolgens wordt Freeman door de mannen uit de gemeenschap (waarschijnlijk Maya’s ooms) vermoord. Uit schuldgevoel weigert Marguerite te praten. Ze wordt teruggestuurd naar haar oma in Stamps. Daar ontmoet ze Mrs. Bertha Flowers, die haar met behulp van literatuur weer uit haar schulp lokt.
Het boek eindigt als Maya zestien is en van een zoon bevalt. Ze woont dan alweer een tijd bij haar moeder in Californië. Omdat ze twijfelt over haar seksuele identiteit, initieert ze een vrijpartij met een jongen. Ze wordt meteen zwanger, en verbergt dat zo lang ze kan. In de achtste maand is dat niet meer mogelijk. Gelukkig reageert haar moeder liefdevol en kan ze haar opleiding in San Francisco voortzetten.
Mooi aan deze omvangrijke autobiografie is dat het niet chronologisch is opgebouwd, maar bestaat uit ‘short stories’, steeds rond een thema. Ze volgt daarmee het stramien van de zogeheten ‘slave narratives’, waar – na de beschrijving van het bestaan als slaaf – wordt verteld hoe aan dat bestaan verzet wordt geboden. Steeds valt Angelou’s oog voor detail op, met name haar vermogen die details in taal tot leven te wekken. De verhalen uit Caged Bird zijn daardoor niet zozeer vertellingen, maar ervaringen. Baldwin typeerde het boek eens raak als ‘a Biblical study of life in the midst of death’ en daar eigenlijk valt niets aan af te dingen of toe te voegen.
De titel van van het boek is ontleend aan het gedicht ‘Sympathy’ van de Afro-Amerikaanse dichter Paul Laurence Dunbar (1872-1906). De kooi in die titel fungeert dan als metafoor voor het vrouwelijke, zwarte lichaam die een belemmering vormt het leven in vrijheid te leven. De ‘caged bird’ wordt gedwongen zijn identiteit op te geven en te leven zonder betekenisvolle relaties. Het thema ‘zingen’ wordt in de volgende autobiografische boeken verder uitgewerkt, maar Maya Angelou is er in dit eerste deel al mee begonnen. Haar oeuvre, feitelijk een reactie op de moord op Martin Luther King, vormt daarmee het sterkst mogelijke verzet tegen het, in alle opzichten dodelijke, racisme.
Mooi (1): Jean Fouquet – Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen (circa 1450)
Mooi (2): Elliott Smith – From a basement on the hill (2004)
Mooi (3): Herman Gorter – Liedjes aan de Geest der Muziek der Nieuwe Menschheid (1930)
Mooi (4): Gustave Courbet – L’Origine du Monde (1866)
Mooi (5): Pablo Picasso – Fille devant un miroir (1932)
Mooi (6): Anne Frank – Het Achterhuis (1947)
Mooi (7): Aaron Kunin – Love Three (2019)
Mooi (8): Barbara Corday en Barbara Avedon – Cagney & Lacey (1981-1988)
Mooi (9): Deborah de Robertis – Miroir de l’origine (2014)
Mooi (10): Chr. J. van Geel – Het Zinrijk (1971)
Mooi (11): Dimitri Shostakovich – 24 Preludes en fuga’s, Op. 87 (1952)
Mooi (12): The Beatles – The White Album (1968)
Mooi (13): Hadewijch – Visioenen (begin 13de eeuw)
Mooi (14): René Girard – La Violence et Le Sacré (1972)
Mooi (15): Claude Monet – Les Nymphéas (1914-1926)
Mooi (16): Alfred Schaffer – Wie was ik (strafregels) (2020)
Mooi (17): Paul van Ostaijen – De Feesten van Angst en Pijn (1918-1921)
Mooi (18): R.E.M. – Up (1998)