Zingzeggende zangvogels aan de Keizersgracht Ja, zo is het! “De zanger is zijn lied”. De formulering klinkt in haar eenvoud apodictisch, in poëticale zin programmatisch. Ze komt als dichtregel voor in ‘De zanger’, in Hugo Claus’ dichterlijke magnum opus De Oostakkerse gedichten (1955). Tijdens een nocturne aan de Keizersgracht spraken Remco Campert en Breyten Breytenbach,…