Astrid Lampe. de m(jam) van Mettes een essay
Thursday, November 3rd, 2011(instruksies om te blog)
Add media (kwilniesjoemele Roy,broer brother & beeldrech, f’k sorry PIEP (maar) echt iedereen gaat DOOD)
nou eenmaal daar weghalen
het zal de lucht zijn
(loopt zo’n straatje dood denk ik (lekker) Balzac)
meteen bingo
(want) HAVENSTEDEN trekken mij
de koploper maakt ons werk lichter
ik was in Cadiz
een stad die OOK maar dan heel even (in de tijd van mijn fotoshoot) in de mist verdween
snikheet SLOKOP
ja pas! ja pas! (ongehoord poëtisch)
doorwrocht betoog (haal gerust door de shredder, poep)
lucht op HA! (we voelen elkaar aan) HE HE
HET VOLSTOND
steekkarretjes rolkoffer
(beswel aangenaam) nu flirt mijn oude moedertje
met de dood grootsteeds NIKS FANTOOMGELUID
(persoonlijk LOOP ik liever naast de loopband)
we verslonden vieze boekjes in het zeemanshuis
(trutjekutje) we zijn al LID (ik hoor haar uit op de valreep)
jij ademt in mijn ruimtepak versta ik dat goed het stokje doorgeven
‘De WERELDCRUISE maar schrappen dan? AU AU Voorzichtig!’
waar het water ook kabbelt er staan bankjes
mijn naam is haas en maar doorzagen
(ja maar proeft het ook naar Baileys (de Baileys!))
WAT DOEN DIE STAAFJES HIER VOOR DUMMIES
frauderen met wol, overgaan in zwart (o) alles empirisch
je mag me fileren, schatje (zoals JIJ MIJ je stilte oplegt: nu… ‘mind your step’ en dus ‘genieten van DIE hamburger’! (wie ik wij) o
MIJN POËTICA TIERT MAAR EN
(UHM F’K) HIJ ZIJ TIERDE AL ZO WELIG
HO HO HO (trolletje)
je kan geen TUINRUBRIEK
meer opslaan ‘ja neej echt!’ sluit niet af met een hekje (please)
gewoon ZWART ja lief (provo) zwart (colletje)
Cadiz okt.Utrecht nov. 2011 © Astrid Lampe
