Chris Coolsma. Hollandse landschappen
Thursday, March 3rd, 2011Nederlandse dichters schrijven niet veel over het landschap, terwijl het in Afrkaanse gedichten alomtegenwoordig is, zei een Afrikaanse vriendin eens tegen mij. Dat is erg aannemelijk. Want ‘wat is natuur nog in dit land’, schreef J.C.Bloem, ‘een heuvel met wat villaatjes ertegen’. Toch stak het mij, voor een nauwkeurige beschouwer is het Nederlandse landschap van een ongelofelijke schoonheid. Het kan bovendien alle decors bieden die de dichter wenst, van lieflijk en romantisch tot onheilszwanger. Tegen het spektakel van het fysieke paradijs Zuid Afrika leggen we het af, maar wie van kalme, onnadrukkelijke landschappen houdt, van het volmaakte evenwicht van een Zentuin, van een ruimte die ademt, kan in Nederland voldoende landschappen van zijn gading vinden. Er zijn altijd spiegels, zoals de filmer Bert Haanstra op een onvergetelijke manier heeft laten zien in zijn documentaire over het water. In de provincie waar ik woon lichten oeroude grafheuvels op in de bossen, vinden we sporen van keltische akkers in de hei, de hei die in augustus nog steeds verandert in een surrealistische golving met dieppaarse kleur. Als ik op de dijk van de Waddenzee sta, moet ik altijd denken aan het openingslied van ‘The Sound of Music’ en heb ik de neiging om mijn armen wijd uit te spreiden en in luid zingen uit te barsten.
De torens van de bijna altijd aanwezige wolken kunnen daarbij met gemak de alpen vervangen. Voordat dit betoog in een toeristenfolder ontaardt, ga ik een duit in het zakje van de Nederlandse landschapspoëzie doen. Drie gedichten die zich spontaan schreven. Waarmee een volgende serie regelmatig verschijnende blogs van start gaat. Het volgende gaat over ‘the Interrogative mood’, een fascinerend boek van de amerikaanse schrijver Padgett Powell. Er schijnt een Zuidafrikaanse vrouw te zijn, die daar een blog aan wijdt. We zullen zien.
Altijd in Arcadië
Er is altijd landschap in mijn gedachten:
rondom jou, maar ook, vergeef me,
rondom de anderen, die veranderen,
maar het landschap blijft wat het was.
Een streek van veeteelt, zoals Kees schreef
of een rietlandje onder gebroken berken;
een besloten pad dat toch nog opent
op de vallei van een verborgen stroom;
of een onafzienbare vlakte met één boom
die daar ook maar alleen staat te wezen,
een vlakte van angst en vreze
voor als de bliksem in me zal slaan.
Er is altijd landschap in mijn gedichten:
een park of een vergezicht en de
zo gewenste horizon met de molen
of een klein bergsilhouet als een vrouwenborst,
want jij bent altijd in mijn gedachten:
het dorp in het landschap met de kerk
in het midden of de rafelige rand
van witte schimmel waar we dan
met een grote boog omheenlopen.
Er zijn altijd gedichten in mijn gedachten:
landschappen die veranderen met
de stroom van een riviertje of een
verborgen pad, dat – met vriendelijke dank –
steeds bedekt is met gevallen bladeren.
Herinnerde inventaris van een landschap met (mogelijke) verklaring
(zondag in november 2010)
1 horizon
1 bewolkte lucht, type Come rain come shine (versie Bill Evans)
1 weg, type landweg, ondersoort ooit verhard nu brokkelig
1 ondoorzichtig sparrenbosje
1 turfkuil (zegt het gidsje)
3 huizen, waarvan 1 type rommelboer
1 roestige tractor
1 grasberg onder zwart zeil bedekt met autobanden
1 zandbak type rommelboerkinderen
1 verschoten trampoline van de zaadgroothandel
1 varkensschuur, verlaten
1 voedselsilo, leeg
1 akker, kaal
1 jij op wandelschoenen, vrolijk
Buizerds (driemaal, miauwend)
Driverse onzichtbare kwinkeleervogeltjes
1 drabbige sloot, winterklaar
1 gelukkig mens, fluitend (alleen brilrand zichtbaar)
Geen andere mensen
Geen auto’s
Daarom misschien
Zoveel herhaling
Zoveel herhaling zou moeten vervelen
maar dan kijk je niet goed dan heb je
geen aandacht geschonken aan de mieren
aan de woerden die met zo bronstig gossamer
groen pronken en aan de krul in hun staart
die om nadere verklaring vraagt.
Aan de zuiverheid van het fluiten
van een lijster in de boomkroon
bij de boerenhoeve die nog hoeve is
want geen zitkuil maar mestkuil.
Dan vergeet je het patroon van de vaarten
het perspectief van de coulissen
en zelfs heb je niet gehoord dat
de lijster zichzelf herhaalt omdat
zijn liedje zo huiveringwekkend mooi is