Het is maandag 5 april 2010. Tien minuten geleden las ik dat de essayist Rudy Kousbroek is overleden. Het voelt als een groot verlies. Er zijn weinig schrijvers die ons zo vaak gelukkig hebben gemaakt met taal als hij. Dankzij hem hebben velen briljante schrijvers als Raymond Queneau en Georges Perec leren kennen, en zijn de verrukkingen van de ‘écriture automatique’ tot ons gekomen. In ‘De logologische ruimte‘ zijn Kousbroeks opstellen over taal gebundeld. Een van die opstellen begint met de zin: ‘Zoals iedereen die niet helemaal goed bij zijn hoofd is, ben ik er eigenlijk voortdurend op uit om aan het lachen te worden gemaakt.’
Ik maak nu opzettelijk een logische fout: ik word erg graag aan het lachen gemaakt, dus ik ben niet helemaal goed bij mijn hoofd. Lees dit nog eens na. Het voelt vast en zeker aan als een bevrijding. Waarschijnlijk kent iedereen wel de neiging om een zojuist genoten boek of film helemaal na te vertellen, of de grappen van een geweldige komiek allemaal na te bootsen, in een poging om de verrukking te delen met de ander (of, waarschijnlijker, in een poging om iets van het genie van de auteur te stelen). Wat zou ik graag de logologische ruimte aan je voorlezen, lezer. Ik garandeer dat we reeds na enkele ogenblikken onder de tafel zouden liggen van het lachen. Nu ja, in elk geval ik.
Hoe kan ik Kousbroek hier eren? Ik kan hem niet imiteren, ik kan hem niet parodiëren. Ik wil zo graag dat de vreugde die hij mij bezorgde voor even op anderen overstraalt. Eerst had ik wel een ideetje. Enige tijd geleden schreef ik, in navolging van Georges Perec, een lipogram, een tekst waar een klinker in ontbreekt. Voor wie het niet weet, Perec schreef een verbijsterende thriller met de naam ‘La disparition’. Het is een boek van 319 pagina’s, dat overigens onlangs in een zo mogelijk nog briljantere Nederlandse vertaling (door Guido van der Wiel, titel ‘t Manco) is verschenen. Nog briljanter, omdat het in het Frans al ongelofelijk moeilijk is om de E weg te laten. In het Nederlands is dat een gekmakend kryptogram. In mijn verhaal is het een andere klinker die ontbreekt en dat was al een zware klus: ‘Frank was een zachte man, met een diepe, warme, hese stem. Ze had kippenvel gekregen bij de eerste keer dat hij iets tegen haar zei en ze wist dat het allereerst de lage, nasale trilling in zijn stem was geweest, waarmee hij haar had gevangen. Die eerste lange nacht raakte die stem in haar een zwakke plek waarvan ze het bestaan niet kende: een membraan waarlangs signalen van tederheid haar rechtstreeks leken te treffen.’
Dat ga ik hier niet voortzetten. Een ander idee was, om de hilarische uitleg van een methode van automatische taaltransformatie te illustreren, die Kousbroek eveneens uit Frankrijk naar Nederland transporteerde en die de naam S+7 heeft gekregen. De methode is eenvoudig: neem een beroemde dichtregel of zin als uitgangspunt en vervang ieder woord door het eerstvolgende woord in het woordenboek, met behoud van het zinsverband (S+1). Ik heb dat toch maar eens even gedaan met een gedicht van een in Zuid Afrika zeer beroemde dichter:
Die dyke trek die dyke aan
die seeeend leun teen sy strandjut aan
die eensaam saag die soek sy vooraand
die liggaam wil in die retoer boor
en áls is enkelbed, áls verlang
na heeldag en na samekoms
en heel die gedrilde verbasing
laat stort U oor U glasblaser se randeier
Bij S+ 7 zoeken we het zevende woord op. Dat levert volgens Kousbroek bij de eerste twee zinnen uit Genesis in het Nederlands het volgende verrukkelijke resultaat: ‘In beginsel schiep godgeleerdheid het hemelvuur en het aardgas. Het aardgas nu was wolachtig en leefbaar, en Duitsland was op de afhandeling; en de geestelijkheid van godgeleerdheid zweefde op de waterballasten.’
Als je nu nog niet gelachen hebt, probeer dan (het is een vreemde vindplaats, toegegeven) http://www.bridgeclublinschoten.nl/clubblad/2003jan-escapedfromthelanguage-lab.htm.
Toch verdient Rudy Kousbroek meer aandacht en een grootser Hommage. Daarom schreef ik uit ‘De logologische ruimte’ zijn ‘Hommage aan Georges Perec’ over. De verklaring van de meeste taalkundige termen, met voorbeelden, is vanzelfsprekend te vinden in ‘Opperlandse Taalkunde’ van Battus. Na de vierde regel heb je al niets meer aan mij, dus ik neem vast hinnikend afscheid en veeg de tranen uit mijn ogen, ter nagedachtenis aan een groot schrijver, of eigenlijk twee.
Hommage á Georges Perec (uit: Rudy Kousbroek: De logologische ruimte, Meulenhoff, 1984)
Oertekst: Alles wat ze aan had was de radio.
Meervoud: Alles wat ze aan hadden waren de radio’s.
Vermindering: Alles wat ze had was de radio.
Vermeerdering: Alles wat ze aan had was de radiobode.
Minieme variant: Alles wat hij aan had was de radio.
Andere opinie: Kind, ga je aankleden!
Ontkenning (1): Alles wat ze niet aan had was de radio.
Ontkenning (2): Niet alles wat ze aan had was de radio.
Ontkenning (3): Alles wat ze uit had was de radio.
Inventaris: AAAAAAADDDEEEHILLNORSSTWWZ
Anagram (onthulling): Al wat Alise had was de roze naad.
Anagram (Pascaal): Waar is, zo laat, de dwalende haas?
Anagram (mythologisch): Hé, waar laat Leda de dosis zwaan?
Lipogram (in U): Alles wat ze aan had was de radio.
Lipogram (in E): Al wat zij aan had was radio.
Lipogram (in I): Alles wat ze aan had was de stereo.
Lipogram (in A): Enkel omhuld door muziek.
Translatie (S-1): Allerzielen wat ze aan had was de radijs.
Palindroom: Alles wat ze aan had was de radio: oi, da red saw Dahnaae ztawa ella.
Litotes: Niets om het lijf.
Nadrukkelijk: Alles, maar dan ook werkelijk alles wat ze aan had was de radio.
Schwere Wörter: Jemand etwas anhaben.
Understatement: Ze had niet veel aan.
Sherlock Holmes: Ze was naakt.
Mondain: Ze had niets om aan te trekken.
Overdreven: Alles wat ze aan had was een dozijn radio’s.
Zangerig: Ahalles wahat ze ahaan had was de rahadioho.
Binnensmonds: Olles wot ze on hod wos de raddio.
Isivocaal: Anders zat de aanhang langs de patio.
Isoconsonantisch: Illusie weet: zo eenheid, wijs die Rudy.
Isomorf: Alles wat adem heeft looft de Heer.
Kruisbestuiving:
a) Alles wat adem heeft looft de radio.
b) Alles wat ze aan had was de Heer.
Isofoon: Alles vat ze aan! Nat was dra die Jo.
Frans: (Histoire d’O): Ah, l’as ouate sa natte, face des rats,dis, O!
Duits: Alles fotze, ahne etwas der Addio.
Engels: Alas! Whitsun. Nat was there at thee, O!
Scandinavisch: Alsvaetellse anhed vaster adjö.
Italiaans: Alle sua Ciana, diva sederà de io.
Spaans: Olé! Su ateis astaña tu aceder a Dio.
Russisch: A lysz vasje a nad vas da rad jejo.
Grieks: Thalassa ous Thanatos thera thio.
Latijn: Alesia ad sana tua, astra ad Io.
Sanskriet: A lhassa vatsanad vastra dhi Om.
Maleis: Allah soeat sanah toea sadar adjo.
Japans: Arasa atsu anata wa sudare de yo.
Synoniem: De gezamenlijke hoeveelheid, niets uitgesloten, die zij om zich droeg was de draadloze ontvangstinrichting.
Reactie: Draai je aans om.
Conclusie (1): Het was een warme avond.
Conclusie (2): Het licht was uit.
Conclusie (3): Ze had haar bril niet op.
Niet gelachen? Dan is er één troost, maar veel verlossing zal die niet geven.