Dunne woorden
Door hoop en weigering
zijn vele dijken al gebroken.
Van ontkenning en gebrek
zijn zelfs de angsten niet gelijk.
Al is er polsslag in verdriet,
als in een kale droom
de zondvloed vloeit
als vruchtwater dat stolt.
Nooit uitgeleend wordt
armoede. Niet weggezeefd,
nooit uitgeschonken.
Als dunne woorden nooit,
worden ze uitgeleend.
En niemand wacht
op hoop en weigering
op vele dijken.
*
Eros neemt mij mee
(Denkend aan Engelenbiografie uit Engelen geduld (2006)
van Hedwig Speliers)
De engel met een baard is
in een gastenkamer noch panorama
voor zijn engelin, noch levenslang
sacraal onzijdig mannelijk.
Van meubelstuk waarin wij liggen
in verenigd spel, vertimmert engelman
alleen een krul. Geschiedenis is de rest.
We slapen in zijn afgelegde vleugels,
zijn blik vertedert en verteert.
De nerven van de bank wijzen naar
eeuwigheid, de geur van was en is en zal.
Van Eroshuizen en van kamers
met en zonder engelen onthoud ik slechts
een deur, een bel, een slot dat kraakt,
een verend bed. Zeker het voorportaal en
heel misschien een engelige welkomstgroet,
een half gevleugeld woord.
(Uit Tot de stenen wortel schieten, Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, September 2016)
© Philippe Cailliau / 2015