*
Bewolking is mijn dak. Ik woon
in ieder huis waarlangs ik loop.
Ik ben mijn eigen leider,
al heb ik niets te doen.
Mijn dag is een lus van herhalende beelden, tijd
is een pendule. Licht, donker, licht – daarbinnen
mensen. Zonder tijd, maar met een doel.
Tijd is mijn enige bezit.
Het stroomt als stroop terwijl ik
verhalen in de straten zoek.
Tijd staat als een standbeeld als ik
slaap in het park in de nacht.
Ik ben mijn eigen kompas,
al hoef ik nergens heen.
En: ik ben het omgekeerde van een mens,
geen doel, alleen maar
tijd dat
tikkend als een
telraam van mij wijkt.
Ik ben een lege plek, voor niemand hier.
Nergens ben ik thuis.
*
Ik ben vier en de knie van mijn moeder
redt mij van de verdrinkingsdood.
Het is of ik jou om een nieuw gezicht vraag
maar ik krijg geen nieuw gezicht. Ik duw
het mijne tegen je knie totdat het loslaat.
In de verjaardagskamer willen grote ogen mij verslinden
als golven tijdens springtij. Nagels schrapen
in mijn haar, klauwen aan mij vast, haken in mijn
trui en steken vragen onder mijn huid. Ze lachen
schel met zwarte veren, tongen krijsen mijn naam,
schreeuwend als een vonnis
maar zolang ik mijn gezicht tegen je knie druk
red ik mij van de verdrinkingsdood.
Als ik loslaat krijg ik taart en limonade
en teken ik een huis van rode lijnen,
een schuine schoorsteen.
Ik plaats harken waar jouw handen horen
en vandaag geef ik jou blauwe ogen
en mijn gezicht waar je normaal
een knie zou hebben.
© Roel Weerheijm. Junie 2011
Roel Weerheijm werd in 1983 in Middelburg geboren. Hij woont en werkt thans in Utrecht. Roel is redacteur en interviewer van de Boekenkrant, en is ook werkzaam bij de literaire tijdschriften Kluger Hans en Meander. Hij publiceerde poëzie, korte verhalen, recensies en essays in onder meer Kluger Hans, Deus ex machina, Digther, Meander en Watermerk. |
Mooi Roel!