Roel Weerheijm. Het eindigt met woorden
Het eindigt met woorden
1
Het bed werd twijfelend wakker.
Je kussen herdacht de vorm van je schedel.
Ik vond alleen nog je
afgeknipte nagels, resten tandpasta
en shampoo in de douche.
Je bord met kruimels bloost. Het mes
heeft er nooit zo schuldig bij gelegen,
resten rode jam als dreigement.
2
Zolang je hier woonde, bleef het mijn kamer.
Je leende lucht en lachte
in de spiegel naar een toerist.
Nu blijkt: je blijft hier. De kamer kraakt,
zucht en tikt jouw naam.
Je woont hier zo luid, dat je mij verdooft en
je hangt luchtkussen gevend in het open raam.
Alleen de spiegel is je vergeten.
3
Ik wil je spreken, maar de taal is jou verloren.
Ik wil je zoeken, maar ik weet alleen
waar je niet bent.
Ik kan je alleen nog opschrijven.
Jij bent dit gedicht. Een goede raad
aan verlaters.
4
Klem je vingers in de plooien van de stad.
Zoek steen op steen naar littekens van hakken
en brandwonden van uitgetrapte sigaretten.
Schraap je hoofd stuk aan de stoeprand
om te weten wie als eerste bloedt.
Zorg dat niemand je vindt.
Het bos van beton is te groot
voor een mens, het is een
mortuarium van
mislukking.
© Roel Weerheijm
“Klem je vingers in de plooien van de stad.”
Maggies, dis mooi!