Ronelda S. Kamfer – Santenkraam

Een andere keus dan weggaan hadden ze niet, de mensen die woonden aan de Klippenkust. Ze werden verjaagd, hun dorpen weggevaagd, maar liefde voor de plaats bleef: ‘Als je eenmaal van een plek houdt kan er wat voor shit/ ook gebeuren maar je houdt je eraan vast’. De náam Klippenkust mag een verzinsel zijn van de Zuid-Afrikaanse dichteres Ronelda S. Kamfer, maar achter die naam gaan echt bestaande, historisch beladen plaatsen schuil. Hier zette Jan van Riebeeck voet aan wal en verjoeg de eerste bewoners: ‘hiermee deel ik u mede dat ik God oftewel Jan van Riebeeck zoals m’n/ makkers me noemen jullie land kom overnemen’, aldus een van de gedichten uit Kamfers onlangs verschenen tweede bundel, Santenkraam.
Aan de kust ligt ook Skipskop, een vissersdorp dat plaats moest maken voor een militair oefenterrein. De bewoners werden ‘verhuisd’, de opa (‘oupa’) van de dichteres was een van hen. Kamfer tekende zijn verhalen over het dorp en zijn inwoners op, en mengde die met de (historische) realiteit. Een prachtige vondst, die ijzersterk wordt uitgewerkt en die Klippenkust aan de Zuid-Afrikaanse Kaap doet uitgroeien tot een plek met mythische proporties: ‘hij die de berg is/ verloor zijn concentratie/ en zo werd een stukje van zijn/ land/ door de wind opgetild en weggeblazen’.
De bewoners hebben namen als Slimme Sara, Mooie Mitchy Mitchell en ome Grotevis Visser, al hebben hun levens minder glamour dan die namen doen vermoeden. Neem het verhaal van Slimme Sara, die leeft met Kindse Terence, ooit zo teruggekeerd na vijf dagen op een woeste zee te hebben gedwaald. En zie Malle Maria met de sleutel om de nek, die noodlottig viel tijdens een rukwind.
Santenkraam is subtiel opgebouwd, steeds wordt iets aan de overlevering toegevoegd. Wordt in kinderlijke taal vertelt wat er gebeurde met Terence op de ‘verkeerde zee’. Of wordt bijna terloops de politieke situatie aangestipt, en de maatschappelijke scheidslijnen, zoals wanneer oom Grotevis Visser op een vroege ochtend langs de zee wandelt: ‘de rijkeluiskant/ is nog stil want dit type/schoonheid zo wakker in de ochtend/ is alleen bestemd voor de mensen van Klippenkust’.
Santenkraam vertelt verhalen van mensen die gedoemd waren vergeten te worden. En al is er veel onrecht geschied, nergens in Kamfers gedichten klinkt drammerigheid.
Kamfer dicht in het Afrikaans en maakte al voorzichtig naam in Nederland met Nu de slapende honden. Die bundel, waar ze in Zuid-Afrika een belangrijke literaire prijs mee won, vertelde in teder-stoere taal van het rauwe leven in Zuid-Afrika. De poëzie in Santenkraam is minder rauw. Haar veelzijdige stem brengt vertedering en verwondering, boosheid, straattaal en muziek bijeen – aspecten waarvoor ook vertaler Alfred Schaffer oog heeft. Met allemachtig mooie vondsten als ‘woorden fladderen als vleermuizen om mij heen’, wordt in Santenkraam de geschiedenis levend gehouden.
nog nog nader aan Klippenkust
oom Grootvis Visser staan
op van sy camping chair
en sit sy bruin Stetson op dis
vroegoggend op Klippenkust
hy stap stadig met die wit
sandklippaadjie af die lig
ruik na sout die son is ‘n medalje
wat lag die hemel is vol kindertjies
wat speel en baljaar en die groot
goeie see is grafstil oor die pad sit
die Arnistonkant die geld-mensekant
is nog stil want dié tipe
mooi so wakker in die oggend
is net vir Klippenkust se mense
oom Grootvis Visser staan stil
voor Sara die Slimvrou se hekkie deur
die venster sien hy hoe sy Kêns Terence
se baard skeer ‘n vrou wat plig
bo passie kies
is seker maar sterk
nog nog dichter bij Klippenkust
ome Grotevis Visser staat
op uit zijn kampeerstoel
en zet zijn bruine stetsonhoed op het is
vroeg in de ochtend in Klippenkust
rustig wandelt hij over het witte
zandstenen paadje het licht
ruikt naar zout de zon is een lachende
medaille de hemel is vol kindertjes
die spelen en dollen en de grote
goede zee is stil als het graf aan de andere kant
van het pad ligt Arniston de rijkeluiskant
is nog stil want dit type
schoonheid zo wakker in de ochtend
is alleen bestemd voor de mensen van Klippenkust
ome Grotevis Visser blijft staan
voor het hekje van Slimme Sara door
het raam ziet hij hoe ze Kindse Terence
scheert een vrouw die plicht
boven passie verkiest
is zeker maar sterk
Ronelda S. Kamfer – Santenkraam. Vertaling: Alfred Schaffer. Podium, 17,50 euro, 120 pagina’s, ISBN 9789057595172
Deze recensie verscheen eerder in Trouw