Nieuwe lentes
onder tafel groeien zonen,
met de baard in de stem ontginnen ze
de diepe mijn van meisjesharten,
van ertsen smeden ze plannen van vlees.
dochters verliezen hun poppen,
kijken over de muur naar gelijke harten.
jurken glijden, hun lachjes lezen
dagboeken van de eerste schaamte
moeders hangen nieuwe gordijnen,
kijken door het raam naar jonge matrozen,
herstellen met gouddraad hun rustende vleugels.
van hun appels eten, is late zomer.
vaders rennen door de steppe,
op zoek naar het museum van hun libido.
onder de douche spoelen eb en vloed weg
wat jarenlang zorgvuldig werd bewaard.
© roel richelieu van londersele, 2012