ZURE APPELS
Zuur zijn onze dagen, nu er geen
paarden meer zijn in de stal; zure appels
eten wij. Verlangen bezoekt ons huis,
en we zeggen: Wie daar? Want we zijn
niet zo dat we iemand die ons kennelijk
wil spreken, aan de deur laten staan.
Verlangen klopt aan; we roepen: Binnen!
want willen de reden van dat kloppen
kennen. Verlangen neemt het woord,
maar we leggen het het zwijgen op, want
hechten eraan zelf te mogen zeggen
waarvoor het gekomen is. O, zure appels
eten wij. Zuur zijn onze dagen, sinds
we niet meer rijden en jagen.
MIMOSA
Je eerste kuch klinkt, als ging
de dag aan diggelen. Je eerste woord
is zwijgen. Je eerste daad is moed
scheppen voor flitsende nederlagen,
zoals daar zijn: het eind der tijden
en ander ongemak. Buiten tref je
een wereld in volle gloed gelegen.
De mimosa bloeit, zijn gele pluimen
knallen, rake ontploffingen waarin
het gonst en gaart. Al wat lichaam
heeft, is onverzadigbaar. Alles heeft
je lichaam gekend, al wat het begeerde
en méér, en nog hongert het.
LAND
Droge voeten – meer verlang ik niet.
Of dat althans de jubelzang verstomme
van hen die zich verbroederd hebben
in de ramp. Dat in de laatste schommeling
tussen oog en zonsopgang niet langer
die glimlach opdoeme, van boegbeelden
stuurloos dobberend. Dat de zeeën stil zijn,
leeg. Dat de wind geruchten brenge van
land dat we bewerkten, van wilgen ruisend
in het spel van hun schaduwen, merels
dromend aan de voet van een muur. Dat
de goddelijke list weer over ons dale,
die fluistert omheen alle dingen.
© Max Niematz / 2013
![]() Max Niematz werd geboren in Tilburg in het jaar 1942. Met het doorlopen van de lagere school, het gymnasium A en de kunstakademie aldaar, en het behalen in 1979 van het doctoraal examen Engelse Taal en Letteren en Oudgermanistiek aan de Universiteit van Amsterdam sloot hij – na tweeendertig jaar – met goed gevolg zijn opleiding af, waarna hij enige jaren leraar was op een middelbare school in het noorden des lands. Zijn schoolloopbaan was met name zo indrukwekkend lang, omdat hij tussendoor veel reisde. Hoewel hij zichzelf bij herhaling een onverbeterlijke huismus noemde, trok hij als tiener reeds het grootste deel van Europa door. Bij zijn in dienst treden als leraar had hij er wereldreizen op zitten naar Brazilie, Argentinie, Irak, Koeweit, Pakistan, Sumatra, Soedan, Ethiopie, Kenya en Rusland. Na een jaar te hebben doorgebracht in de binnenlanden van Maleisisch Borneo verliet hij de werkplek voor zowel als achter de schoolbanken definitief. De wereldkaart lag weer voor hem open en hij vertrok met vrouw en kinderen voor twee jaar naar het eiland Sint-Maarten, waar hij zijn eerste gedichten schreef, resulterend in de bundel De bestijging van Popoque. Max Niematz schreef en publiceerde sinds 1980 nog twee gedichtenbundels: Een wonder van Morpheus en Zielsvrienden; de verhalenbundel Twee vreemden in een bootje en zes romans. Zie: www.maxniematz.com
|