Maud Vanhauwaert is wat je, enigszins oubollig geformuleerd, een polyvalente woordkunstenares noemt. Zij wordt hoe langer hoe meer gefrequenteerd, schmiert met het podium, laveert online van her naar der in allerlei videofilmpjes en participeert in een televisieprogramma als ‘Iedereen beroemd’ op Eén in de hoedanigheid van ‘huisdichteres’. De formule waarvoor zij opteert, fascineert. Sterker: misschien werd het wel tijd dat iemand in het Nederlandse taalgebied zich uitgebreid van die veelheid van mogelijkheden ging bedienen die tenslotte alleen maar voor het grijpen liggen. Vraag is of de invulling wel altijd overtuigt. In ‘Iedereen beroemd’, het televisieprogramma, wil het voor geen cent lukken. Hoe zit het met de uitgeschreven versie van haar teksten die nog het meest op gedichten willen lijken, zoals in haar bundel ‘Wij zijn evenwijdig_’?
Maud Vanhauwaert plukt de vruchten van haar inventiviteit: zoveel is zeker. Maar het blijft natuurlijk de vraag in welke van de interfererende media zij werkelijk excelleert. ‘U kan dit boek lezen als een bundel gedichten, als een bochtig verhaal of als een kleurrijke optocht van droevige moppen,’ staat er op het achterplat. En inderdaad: een klassieke dichtbundel is dit in geen geval; het is zelfs nauwelijks een klassiek boek want Vanhauwaert wil bijvoorbeeld niet dat het zich laat vatten in genummerde bladzijden. Geen van de door haar geschetste tafereeltjes eindigt overigens met een punt. De schrijfster laat ze eindigen met een liggend streepje, precies alsof ze niet echt eindigen.
Welke vraag is hier het meest aan de orde? Wellicht die naar de aard van de relatie tussen de ik en de ander. Waar is communicatie mogelijk en op welke manier? Niet direct in de gewone realiteit lijkt de titel te suggeren: raken doen personen elkaar namelijk alleen in het oneindige. Wat wij in alle tekstflarden lezen, is een poging om te definiëren wat precies een persoon is. ‘Ik zeg ‘ik ben iemand die hier is”_’ staat er ergens. En nog: ‘Ik ben iemand die van ver komt_’. Of dit: ‘Ik ben iemand met de neiging om iets te zeggen, iets blijvends, iets dat je in het zand kunt schrijven en dat er na twee keer vloed nog staat (…)_’. Vanhauwaert houdt van dit soort paradoxen die een communicatie moeten afschilderen die nu eens wel en dan weer niet mogelijk is. Haar universum bestaat uit de dolste verhalen die in een waar imbroglio over elkaar heen buitelen en de lezer ontregeld achterlaten. Vanwege de overvloed aan impressies is het alleen niet evident dat die laatste de dichteres tot het eind blijft volgen.
________________________
Maud Vanhauwaert, Wij zijn evenwijdig / Raken elkaar in het oneindige / En we rennen, Em. Querido’s Uitgeverij BV, Amsterdam, 2014, … euro.