De zoektocht naar waarheid en werkelijkheid en wat daartussen ligt
door Richard Foqué
Na Waarschijn is Beken! de tweede dichtbundel van Erick Kila, die Kleinood & Grootzeer in twee jaar tijd publiceert. Voor Kila zelf moet het zowat zijn vijfde bundel zijn. Beken! ligt inhoudelijk in het verlengde van Waarschijn, maar toch weer niet. Het bouwt er op voort, diept uit en zoekt naar betekenissen. Bij de bespreking van Waarschijn schreef ik dat waarheid en schijn voor de dichter slechts toestandsvormen zijn van de werkelijkheid zoals we die ervaren: schijn en wezen. In deze bundel poogt hij die werkelijkheid, wat ze ook moge zijn, te doorgronden. * Het vluchtige, het toevallige, het schijnbare, de dichter tracht het te omcirkelen, vast te houden, te duiden. Het eerste gedicht zet meteen de toon: ooit liep ik een gedachte in / het was er koud en schemerachtig / … / het werd nacht en / ik probeerde.
Kila probeert. De gedichten Aanwijzing en Aldus zijn daarom sleutels tot de bundel: de werkelijkheid is er / het lichtend voorbeeld is er / niet / de tuinen klinken: / u kunt hier niets en ik probeer het / ik heb het recht van de sterkste / ontdekt / de wereld fluistert en denkt / iedereen voor zichzelf / iedereen. Het is de paradoxale kernvraag voor de dichter: de werkelijkheid is er, maar is die er werkelijk. Construeren wij niet wat we menen te zien tot wat we echt zien en dus ervaren dat als waar, als ‘echt’? Ratio en gevoel zijn als het ware in een eindeloos gevecht gewikkeld zonder een reëel perspectief of toch: kunnen zij in hun conflictueuze relatie uitkomst bieden om houvast te vinden aan de dichter zijn eigen observatie: in deze steen zit / ijstijd / weet geen begin / geen eind / in dit atoom zit / eindelijk. Wat hij ziet, wat hij voelt, wat hij denkt moet er ook zijn. Kila onderwerpt zich zo als het ware aan het cogito, ergo sum van Descartes. Er is een verleden en er is een toekomst en een ruimte, die beiden verbindt: zie je wel / je gaat van hier naar / hier / je bedenkt niets en komt / tegen: / de waarheid, het zijn, / het weerbericht / alles sluit aan / alles vindt en / zoekt je.
Expliciet verwijst hij in zijn queeste naar wat waarheid is, naar de geschiedenis maar dan als een herinnering, die eigenlijk al dood is, verhalen zijn, misschien waar, misschien niet waar, wie zal het zeggen: de oudheid sterft en / niemand weet het / … / de oudheid is bijna herinnering / … / een tijdperk of / het einde ervan / je houdt je er niet / mee bezig / je dood is niets / je vermoedde altijd al dat / het niets zou zijn / het niets is er / je kunt erin.
En weer die paradox: eigenlijk bestaat het verleden niet meer en toch kun je het opnieuw beleven in je verbeelding, je kan het je toe eigenen, “je kan erin”, maar evenzo wacht het op je als iets wat er altijd was, waaraan niet te ontkomen valt: en toch / in een seconde / in een / was het verleden naar mij / toe gekropen / zo dicht als / maar kon.
De dichter staat in dat wankel evenwicht tussen illusie en realiteit, schijn en wezen en de twijfel daartussen. Maar anders dan in Waarschijn zoekt hij vaste grond, aanvaardt hij nederig het onverwachte als een wezenlijk onderdeel van het leven. De bundel eindigt dan ook met een prachtig poëtisch sluitstuk: wat mooi dat er / onverwachte zijn uit / drijfluchten en slagorden / denk er niet bij / wees bang met de huiverende / bomen / fluister dan.
De dichter bekent niet alleen in de zin van toegeven of erkennen maar vooral ook in de oudere bijna bijbelse betekenis van het woord waar het staat voor belijden en weten, voor bezitten, herkennen en begrijpen.
Zoals ook in zijn vorige bundel is Kila uiterst zuinig met woorden. Hier en daar een leesteken alsof het een woord is, die de context van de lezing mee bepaalt. Zijn stijl is kort, gebald en uiterst ritmisch. Geen opsmuk met bijvoeglijke naamwoorden of vergelijkende beeldspraak. Elk woord moet voor zich spreken in al zijn betekenissen.
Kila is een literaire minimalist en schrijft zich zo in in de geometrische abstractie en de daaruit ontstane minimalistische stroming in de schilderkunst, ontstaan in de zestiger jaren van de vorige eeuw onder impuls van onder meer Yves Klein, Sol LeWitt, Frank Stella en Donald Judd.
Zijn verzen zijn opgebouwd met simpele vaak alledaagse woorden, ontdaan van alle decorum en als het ware spontaan gevonden. Maar in hun samengebalde compositie krijgen zij een ongemeen heftige uitstraling in hun samenhangende betekenissen. Het is de kracht van de dichter Kila om woorden, die ogenschijnlijk op zich staan te plaatsen in een poëtisch spanningsveld van een ongemeen inhoudelijke diepgang. Zijn verzen splijten de taal open, zodat je erin kan en de achterliggende boodschap ontgraven.
Met Beken! heeft Kila opnieuw een bundel afgeleverd die in het huidige poëzielandschap, al te vaak geteisterd door zogenaamd poëtisch prozagezwets, een zeldzaam geworden lichtend voorbeeld is van wat ware poëzie moet zijn: door het verdichten van de taal de werkelijkheid hertalen en nieuwe betekenis geven. Bekennen!
Beken!, Erick Kila, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, Nederland, 2014, ISBN/EAN 978-90-76644-72-1
* http://deboekhouding.blogspot.be/2013/03/waarschijn.html