Menu
Versindaba
  • Nuwe Bundels
    • Digbundels (2024)
    • Digbundels (2023)
    • Digbundels (2022)
    • Digbundels (2021)
    • Digbundels (2020)
    • Digbundels (2019)
    • Digbundels (2018)
    • Digbundels (2017)
    • Digbundels (2016)
    • Digbundels (2015)
    • Digbundels (2014)
    • Digbundels (2013)
    • Digbundels (2012)
    • Digbundels (2011 & 2010)
  • Resensies
    • Resensies
    • Resensente
  • Gedigte
    • Gedigte (A-L)
    • Gedigte (M-Z)
    • Kompetisies
    • Vertalings
      • 100 Duitse bestes uit die 20ste eeu
  • Digters
    • Digters
    • Onderhoude
    • Stemgrepe
  • Skryfhulp
  • Borge
  • Oor Versindaba
    • Kontak
Versindaba
25 July 201723 July 2017

Yves T’Sjoen. Reflecties op Gerrit Komrij en Zuid-Afrika

 

De aandacht van Gerrit Komrij (1944-2012) voor het Afrikaans en de Afrikaanstalige poëzie is bekend. De Afrikaanse poëzie in 1000 en enige gedichten (1999), Ik herhaal je (2000), bloemlezing uit en Nederlandse vertaling van gedichten van Ingrid Jonker, en De schitterende wond (2006) in de befaamde Sandwich-reeks met gedichten van Sheila Cussons zijn getuigenissen van meer dan gewone belangstelling. Komrij heeft als meester-bloemlezer jarenlang eigen voorkeuren in de Afrikaanse dichtkunst een publiek forum gegeven in het Nederlandse taalgebied. Dat is hem vooral in Zuid-Afrika, door oppermaans ingestelde conservatieve witte kongsies, niet evenzeer in dank afgenomen.

Het literair-historische periodiek De Parelduiker, een fraai verzorgde uitgave van de Stichting Het Oog in ’t Zeil en Bas Lubberhuizen, wijdt een dubbelnummer (aflevering 2-3, 2017) aan aspecten van Komrij’s openbare optreden. Samensteller en Komrij-biograaf Arie Pos benadrukt in het woord vooraf dat de redactie maar “wat piketpalen” heeft geslagen, “wat paden worden verkend en wat vergezichten worden geboden”. De “vergezichten” leiden de lezer naar Zuid-Afrika. Drie artikelen richten de focus op Komrij’s fascinatie voor en laten relaties zien met actoren in de Afrikaanse letteren.

De Afrikaanse poëzie in 1000 en enige gedichten

Voor het themanummer heeft Ingrid Glorie een uitvoeriger tekst op LitNet aanzienlijk ingekort. Daarin beschouwt zij vanuit een vergelijkend perspectief de receptie van De Afrikaanse poëzie in de Nederlandse en de Zuid-Afrikaanse literatuurkritiek. Niet alleen worden markante uitspraken van gezaghebbende schrijvers, critici en academici aangehaald, daarenboven citeert zij metateksten  van de bloemlezer waarin selectiecriteria en uitgangspunten worden geëxpliciteerd. Haar bevinding is dat de zogenaamde “Oppermannianen”, volgelingen van D.J. Opperman en diens volgens Komrij al te dominante “Afrikaner-nationalistische” poëtica, Komrij’s anthologie toch vooral “verkeerd” hebben gelezen. Dat wil zeggen vanuit bepaalde vooronderstellingen die aan de oppervlakte komen in het canoniserende Groot Verseboek van de Afrikaanse literatuur en spreken uit tal van andere culturele en literaire ondernemingen van Opperman. Komrij heeft met de ogen van de Nederlandse buitenstaander een selectie tot stand gebracht die haast per definitie niet overeenstemt met de kijk van ‘cultuurpaus’ Opperman. Wie het uitvoeriger vertoog van Glorie wil nalezen, kan naar de intussen vijftien jaar geleden gepubliceerde tekst op LitNet (2002) worden verwezen.

Die elektries gelaaide hand

Nieuwe observaties bieden de andere bijdragen, respectievelijk van Petrovna Metelerkamp (“Gerrit Komrij en de nalatenschap van Ingrid Jonker”) en van Daniel Hugo (“‘Die elektries gelaaide hand’. Gerrit Komrij in het Afrikaans”). Metelerkamp, samensteller van Ingrid Jonker. Beeld van ’n digterslewe (2003) en momenteel schrijfster van een “diepgravende biografie” over Jonker, doet het relaas over het gecompliceerde en tegelijk treurige parcours dat Jonkers nagelaten documenten sinds 1994 hebben afgelegd. Nadat Gerrit Komrij en Charles Hofman de door Daniel Hugo gerangschikte koffers met archiefmateriaal hebben aangekocht, duidelijk onwetend over dat parcours, is de Nederlandse schrijver jarenlang en ten onrechte in Zuid-Afrika en Nederland beschuldigd van heling. Revelerend zijn Metelerkamps bespiegelingen over gesprekken met Komrij en de brieven waaruit wordt geciteerd. De oproep waarmee de bijdrage afsluit, met name Ingrid Jonkers literaire erfenis gewoon in Portugal te laten, in het huis dat Charles nog steeds na de dood van Komrij bewoont, is een opvallende uitspraak van de Zuid-Afrikaanse biograaf. Haar pleidooi om de archivalia, niet eens zo spectaculair als lange tijd is aangenomen, niét terug te zenden naar Zuid-Afrika heeft te maken met haar lage dunk van het literaire conserveringsbeleid (“de conservering van de Afrikaanse letteren en hetgeen daarmee verband houdt [wordt] steeds onzekerder”).

Gerrit Komrij (30.03.1944 – 05.07.2012)

Daniel Hugo spreekt in De Parelduiker als zelfverklaarde adept van cerebrale en ambachtelijke poëzie, als vormbewuste vertaler van Komrij’s vormvaste poëzie. De titel Die elektries gelaaide hand, ontleend aan de slotregel van het gedicht ‘Voltage’, refereert aan de bloemlezing die Protea Boekhuis in 2005 op de Zuid-Afrikaanse markt bracht. Hugo koos 36 gedichten, niet conform de esthetische smaak maar veeleer in functie van wat hijzelf omschrijft als vertaalbaarheid. Nederlandstalige poëzie die het moet hebben van regelmatige metrische patronen, rijm- en klankstructuren, zoals het werk van Gerrit Komrij, laat zich lastig vertalen naar het Afrikaans. Tekstvoorbeelden maken dat afdoende duidelijk. Daarenboven benadrukt Hugo dat niet alleen taal-, klank- en vormkwesties een rol spelen in het vertaalproces. Ook de “culturele en historische achtergrond van de vertalen” leidt soms tot bijzonder idiosyncratische vertalingen, ook wel Hineininterpretierung genoemd (zoals het geval is met de Afrikaanse versie van Komrij’s gedicht ‘Zwart-wit’). Vooral het sluitstuk van Daniel Hugo’s persoonlijke getuigenis laat zien hoe bepalend een vertalerspoëtica is voor de beeldvorming van teksten in een ander taalgebied. Hij vergelijkt zijn Afrikaanse vertaling van het gedicht ‘Hieronymus’ met die van de Brit John Irons in Forgotten city & other poems (2001). Hier en daar laat de vertaalarbeid opmerkelijke parallellen zien. In sommige gevallen hebben beiden aantoonbaar geworsteld met het meticuleus door Komrij ontworpen metrum (meestal jambische versvoeten) en de geserreerde compositie (een vooraf bepaald aantal syllaben, vaste regellengtes, regelmatige strofebouw). Daniel Hugo rondt de vergelijkende lectuur van Komrij’s “zelfportret” in Afrikaans en Engels af met een poëticale en tegelijkertijd amicale slotzin: “Dit is mijn vertaling van het gedicht, dat tegelijkertijd een huldeblijk is aan Gerrit Komrij – een mentor en vriend die ik dagelijks meer mis”.

De Parelduiker heeft met deze beschouwelijke teksten enkele korte aanzetten geformuleerd voor een studie naar literaire, institutionele en vriendschappelijke betrekkingen tussen Gerrit Komrij en Zuid-Afrika. Jente Rhebergen vertaalde de artikelen van Metelerkamp en Hugo. Alleen jammer dat de redactie er nog steeds vanuit gaat dat in Zuid-Afrika “Zuid-Afrikaans” wordt gesproken (p. 133 en 143).

De Parelduiker 22 (2017) 2-3, 2017, resp. p. 112-123, 124-133 en 134-143.

Amsterdam, 21 juli 2017.

 

Deel:

  • Click to share on Facebook (Opens in new window) Facebook
  • Click to share on X (Opens in new window) X

Like this:

Like Loading...

Lees meer

← Yves T’sjoen. Literair tijdsdocument. Hommage van Eddy van Vliet aan Breytenbach
Yves T’Sjoen. Hugo Claus in Stellenbosch. Korte notitie →

Lewer kommentaar Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Meeste gelees

  • Joan Hambidge. Kerstyd 2024
  • Resensie: “’n Ander wêreld” (Eunice Basson)
  • Anne-Marie Bartie. alpha centauri
  • Anne-Marie Bartie
  • Stephan du Toit. Witgatboom

Nuutste bydraes

  • Peet van Schalkwyk. Camdeboo, Van der Waltshoek
  • Andrea Sieberhagen. Langpad
  • 100 Duitse Bestes: Ingeborg Bachmann (1926-1973)
  • Resensie: “Briewe van heldinne: Ovidius se Heroïdes” vert. deur W.J. Henderson
  • AVBOB Persverklaring

Nuutste kommentaar

  1. Bernard Odendaal on 100 Duitse Bestes: Erich Fried (1921-1988)3 November 2025

    Dankie, Joan.

  2. Joan Hambidge on 100 Duitse Bestes: Erich Fried (1921-1988)31 October 2025

    Was es ist! Puik vertaal.

  3. Bernard Odendaal on 100 Duitse Bestes: Erich Fried (1921-1988)30 October 2025

    Dankie, Willemien du Preez. Fried skryf verrassend boeiende gedigte vol abstrakte selfstandige naamwoorde - dit waarteen gewoonlik gewaarsku word deur…

  4. Willemien du Preez on 100 Duitse Bestes: Erich Fried (1921-1988)29 October 2025

    Suiwer eenvoud en insig in wat dit is om mens te wees. 'n Skatkis oopgemaak vir Afrikaans.

  5. Yves T'Sjoen on Resensie: “Poëme” deur Wium van Zyl29 October 2025

    Voor de collectie Ernst van Heerden in het Poëziecentrum zal de bundel van Wium van Zyl een aanwinst zijn. Is…

Kategorieë

  • Artikels, essays, e.a.
  • Binneblik
  • Blogs
  • Digstring
  • Gedigte
  • Kompetisies
  • Nuus / Briewe
  • Nuwe Publikasie
  • onderhoude
  • Onderhoude
  • Resensies
  • Stemgrepe
  • Uncategorized
  • Vertalings
  • VWL 50 jaar later
  • Wisselkaarten
©2025 Versindaba | Ontwerp deur Frikkie van Biljon
%d