Benno Barnard in Afrikaans
Zondagochtend, bij het ochtendkrieken, reis ik van Pretoria naar Bloemfontein. De hele week heeft aldaar het Vrystaat Kunstefestival plaats. Het programma is bijzonder geschakeerd, zelfs overdadig. Naast film en theater zijn er boekpresentaties, muziekoptredens, literaire gesprekken. Te veel om op te sommen. Er staan ook Nederlandse en Vlaamse schrijvers geprogrammeerd. Saskia de Coster, Annelies Verbeke en Wytske Versteeg zijn te gast op uitnodiging van SASNEV en de Nederlandse en Belgische ambassade (Vertegenwoordiging van de Vlaamse regering). Uitgeverij Naledi, steeds meer gericht op Vlaamse en Nederlandse schrijvers, houdt de door Daniel Hugo vervaardigde Afrikaanse vertaling van Benno Barnards jongste bundel Het trouwservies (2017) boven de spreekwoordelijke doopvont. De Afrikaanse editie, Die trouservies, bevat naast de brontekst ook het lange gedicht waarmee Krijg nou de lyriek (2015) opent. Het was voor mij een privilege de totstandkoming van de vertaling van dichtbij te hebben bijgewoond. Daniel Hugo werkte aan de Universiteit Gent niet alleen aan de vertaling van Het verdriet van België (1983), voorwaar een huzarenstuk van literaire en culturele vertaalkunst. Van zijn aanstelling als vertaler in residentie (oktober-november 2018) maakte hij gebruik Benno Barnards poëzie te bestuderen – en vooral ook enkele prozatitels te lezen zoals Eeuwrest (2001), Een vage buitenlander (2009), Dagboek van een landjonker (2013), Mijn gedichtenschrift (2015). Ik kon een gesprek regelen tussen schrijver en vertaler – een eerste gesprek dat niet de indruk gaf een nieuwe ontmoeting te zijn. Aan het vertaalwerk ligt esthetische affiniteit met teksten en een poëtica ten grondslag, in dit geval ook tussen twee literaire figuren die in andere taalgebieden en literaire systemen naam en faam hebben verworven en elkaar vanaf het eerste moment begrepen.
Ter plaatse deed Hugo een ontdekking: de dichtkunst van Marc Tritsmans. Stapels met bundels uit mijn privébibliotheek gaf ik te leen zodat de eminente vertaler en dichter zich kon vergewissen van de klassieke en parlandogedichten van Tritsmans. Ik mag hier in alle stilte onthullen dat uitgeverij Naledi ook de vertaling van Tritsmans’ jongste uitgave Het zingen van de wereld (2017) binnenkort presenteert.
Aan de indrukwekkende bibliografie met boektitels uit de Nederlandstalige literatuur worden van de hand van Daniel Hugo binnen de paar maanden twee uitgaven toegevoegd. Niet dat het lang van tevoren was gepland. In dit geval koos de vertaler zelf de bronteksten en hij gaf zijn genereuze uitgever te kennen die gedichten beslist in het Afrikaans, voor een Zuid-Afrikaans lezerspubliek, te willen aanreiken. Aldus is geschied. Het is heel bijzonder dat de Barnard-vertaling in Bloem wordt gepresenteerd in aanwezigheid van schrijver en vertaler. Een literaire boekpresentatie in aanwezigheid van de betrokken actoren is behalve een feest voor de letteren en wederzijdse verstandhouding altijd een belangrijk moment in de promotie van het kleinood. Als auteur van het nawoord van het Zuid-Afrikaanse boek mag ik deelgenoot zijn van het evenement. Het siert de festivalorganisatie dat in het al drukke programma tijd is ingeruild voor Nederlandstalige literatuur, ook in vertaling dus. Ik kijk alvast uit naar de respons op het boek, boek-esthetisch met zorg en overgave op de markt gebracht door uitgever Johan Coetzee en redacteur Anita Froneman.