Benno Barnard. Twee gedichten
De file
Je haast je over de keiharde aarde
langzaam naar huis. Nog langzamer daalt
het leven als een cascade naar zee: een jaar
haalt de rand, kantelt, valt op een lager rotsblok
kapot. De berg is romantisch bebost maar
rolt jou als een levende steen naar beneden:
jij rolt maar; hoe kan je zo korstmos vergaren?
Dit denk je, zij het ook zonder te denken –
traag raas je naar huis, figurant in een fabel
met mieren. De zonsondergang op de vlakte
schemert voor je bijziendheid; Internationale
Transporten dreigt je te verpletteren;
er heerst een blinde orde. Waar is het adres
op de heuvel, met in het licht van het raam
haar portret? Zul je – als alle apen slapen –
een kaars ontsteken, de nacht ontkurken;
en zij, zal zij haar man (die niet kan zonder kitsch)
een dienblad vol sappige vruchten offreren?
Voorwaarts stottert de avond, voorwaarts
beweegt zich de optocht der mensheid.
Je geluk ronkt verdorie als zware motoren.
Ars poetica voor een blondje
Dat het een terloops geneuriede gedachte is,
zegt je geveinsde nonchalance. Oftewel
een onbeholpen poging tot dromen. Oftewel
de uitdrukking van een nogal mannelijk
verlangen op samenhangende wijze
aan de rationaliteit te ontkomen. En dat de dichter liegt.
Hij liegt zijn niet te behappen gekkenpraat
ten behoeve van het binnendringen in vrouwen. Daartoe
snoeft hij met allusies, exhibeert hij existentiële pijn,
relativeert hij de kunst met gekunstelde grappen.
En voor de rest (je stopt even bij de komma
van je knipoog) is zijn gedicht een valse biecht
van een grote dwerg: het daderprofiel van een ziel
in een soort nood… Zij staart je blond van bewondering aan.
En jij ziet met brandende ogen de niet te bevatten liefde
van dit schatje – je hebt bij een avondlijk vuur
van honderdduizend jaar geleden onder het ejaculaat
van de sterren al geweten hoe de liefde van de vrouw
door het oor ging; en nu zing je tegen haar gulzige vlees
dat je van taal en vurig water bent gemaakt, jij sater
die morgen in de oude wijngaard weer je roes uitslaapt.
© Benno Barnard. Junie, 2011
Benno Barnard (Amsterdam, 1954) – zoon van de dichter Guillaume van der Graft (1920-2010) – is dichter, essayist, toneelschrijver en vertaler. Hij woont sinds 1976 met zijn Amerkaanse vrouw in België. |