impressie van een verloren zondagmiddag
Toen ik na een stevige wandeling thuis kwam
werd ik door overbuurman Henk
wiens broer zich zelf een paar jaar geleden
verhangen heeft en wiens moeder nu dementerend is
uitgenodigd voor een borrel.
Daar zat ik, met een beugelfles Grolsch in het kamertje
Ik had het idee dat ik na twee slokken
in een compleet andere wereld was en
vond de 87 jarige vrouw er helemaal niet uit zien
alsof ze spoedig dood zou gaan.
Vanuit de keuken klonk muziek van de geheime zender
ze had haar schortje voor, alsof ze zo nog zou gaan koken
toch moest ik steeds aan de dood denken en om drie uur
had ik de tweede beugelfles voor me staan en dacht ik
dat de dood voor iedereen op dit moment het beste was.
Ik kan tegen een biertje, maar dit ramde erin en ik kon
de oude vrouw niet meer verstaan en begon het interieur
in mij op te nemen en werd overmand door een gevoel
van diepe deernis en alles, ook het leven
kwam mij als geheel zinloos voor de geest.
Boven de deur hing een spreuk: vrienden mogen kijven
maar moeten vrienden blijven.
© Jan Holtman, 2012
Jan Holtman (1969) is docent Nederlands en schrijft in de stilte van het dorp zijn poëzie. Gedichten van hem zijn opgenomen in diverse tijdschriften, waaronder Tzum, OpSpraak, Krakatau en Schoon Schip. In september verschijnt zijn derde bundel Windjammer. De titel is ontleend aan het gelijknamige gedicht, waarin meteen de kern van de bundel wordt blootgelegd: achter verraderlijk eenvoudige bewoordingen en beelden schuilt de weemoed, de walging en de hartstocht van de dichter. Het jammerlijk geploeter des mensdoms, onmogelijke liefdes, maar ook het geluk in kleine dingen. Kortom, Holtman is een volbloed post-romantische dichter. |