Delphine Lecompte. In den beginne was God korzelig…
In den beginne was God korzelig en Adam sullig
Adam noemde de hond kat
Maar Eva zei: ‘De kat is een boxer, schat!’
God zag dat Eva noten op haar zang had
Hij hield niet van haar noten.
Dus zond hij de slang
Adam noemde de slang olifant
Maar Eva zei: ‘De olifant is een boa, onnozelaar!’
God lachte in zijn vuistje
Want de slang was een Europese adder.
De adder sliep als een omgekeerde staf
In de boom van triviale internetweetjes
Het was min 2012 op de kreeftkeerkring
Adam knipte zijn linkeroor van zijn huzarenhoofd
En Eva vond het tandwiel uit.
Adam jaagde oorloos op het sekspoeder
Van de laatste vijf narwallen
Terwijl Eva werkte aan een recept
Om God te verdelgen
Er ontbrak nog een appel.
God zag dat het niet goed was
Hij riep zijn adder terug
En maakte appels illegaal
Adam dronk calvados op zijn zolderkamer
En soms schreef hij akelige sonnetten.
Eva vertrok met de noorderzon
Haar noten bleven ongewijzigd
In een hengelsportwinkel kwam ze een roodborstje tegen
Maar ze noemde hem lijster
Het was plus 2012 in Gods ziekenbed.
© Delphine Lecompte. 2012