Waarheen? Daarheen
Zij voegt zich balorig bij zijn dromen
en bij al het andere waaruit hij bestaat.
Ook wil zij al zijn gedachten verbranden
en horen hoe de bomen zwaar ademen.
Maar de spiegel die lacht
weet van geen ophouden.
Het klimop kruipt naar het balkon
dat lonkt en zucht en zo moe wacht.
Zij weet dat de vrienden zullen verdwalen
tussen stekelige egels en krassende kraaien.
En zij verscheurt één voor één de dagen,
zo blind als de mol die zijn hoop opwerpt.
© Willem M. Roggeman, 2022