DE BETEKENIS VAN DE WOORDEN
Wat geschreven staat, bestaat nooit echt.
Eerst raakten de mensen verstrikt in de stilte,
dan werden ze losgelaten in een tuin vol namen.
Woorden vluchten nu krijsend uit de taal,
uit hun kooi van spelling en spraakkunst
en vlijen zich neer in het meesmuilend gras
van een plantsoen dat zacht het alfabet zingt.
Klapwiekend sterft daar de voorlaatste vlinder.
Een brief zoekt overal naar zijn bestemmeling.
Zo blijkt de dichter voortaan vanzelfsprekend,
reddeloos maar langzamerhand gerustgesteld
door het ruisend nadenken van een boom
door het zilveren fluisteren van de wind
door het vochtige lispelen van de regen en
toch nog zonder adem, zonder betekenis.
Dan keren de woorden weer naar hun taal,
dit betekent elk woord naar zijn eigen taal.
Wat altijd blijft is deze verdorde waarheid.
© Willem M. Roggeman