Foto: Wikidata
In een van de weinige antiquariaten die mijn stad – ‘s-Hertogenbosch – enkele jaren geleden nog rijk was ontmoette ik voor het laatst Hans Vlek (Johannes Gerardus Albertus Vlek, Amsterdam, 2 juli 1947 – ‘s-Hertogenbosch, 15 juli 2016.) Naar aanleiding daarvan schreef ik het volgende gedicht:
vandaag kwam ik hans vlek tegen
op zoek naar rabelais in winkels
waar ze het boek per stapel verkopen
onlangs werd hij nog gezocht maar
niet gevonden hij zou toch verloren lopen
tussen dichters van het tweede garnituur
Hans schreef toen al jaren niet meer en was al geruime tijd opgenomen in Reinier van Arkel, het oudste psychiatrisch ziekenhuis in Nederland, gelegen aan het Hinthamereinde, in de volksmond het Gek Eind. Hij was al eerder opgenomen geweest, ook op Coudewater had men hem gastvrijheid verleend. Hij debuteerde op zeventienjarige leeftijd met de bundel Anatomie voor moordenaars opgedragen aan zichzelf en uitgegeven bij Querido. Drie jaar later ontving hij in 1968 zowel de Reina Prinsen Geerligsprijs als de Jan Campert-prijs voor zijn bundel Een warm hemd voor de winter en raakte langzaam maar zeker van het pad af. Zijn laatste – dertiende – bundel Hunnenhekel verscheen in 1996, sindsdien kwam hij nog zelden in beeld.
In 1971 vestigde ik mij definitief in Den Bosch en raakte langzaam maar zeker ingeburgerd en enigszins vertrouwd met het literaire klimaat aldaar, behalve een kort gedicht in Eve on horseback heb ik daar weinig aan bijgedragen. Hans en gelijkgestemden kwamen samen in een ijssalon om van gedachten te wisselen, de diverse leden van het Buitenparlementair Overleg Den Bosch zoals ik mij de naam nog meen te herinneren zijn allen hun eigen weg gegaan en voor zover mij bekend recent overleden met uitzondering van een lid, een juwelier waar ik toen een ringetje in mijn linker oorlel liet plaatsen. Het ringetje heb ik nog maar het gaatje is al lang dichtgegroeid.
Momenteel ben ik bezig met twee anderen die Hans van dichtbij gekend hebben een Vlekdag te organiseren waar de nadruk zal komen te liggen op zijn literaire kwaliteiten al zal de anekdotiek ongetwijfeld ter sprake komen. Al ligt er nog steeds geen steen op zijn graf, Hans is en blijft de moeite waard niet vergeten te worden.
Voor recensies en publicaties zie dbnl.nl