ZOALS IJSBLOEMEN IN EEN WINTERTUIN
Hij neemt het blauwe woord vogel in de mond
en vliegt dan traag zwijgend naar een wintertuin
waar hij al de ijsbloemen van de ramen plukt.
Uit zijn ogen valt elk panorama te pletter.
De maan toont hem de gaten in haar gezicht.
Verbaasd rijdt hij op de tong iedereen voorbij.
Hij brandt zijn rechterhand aan een ledlamp,
woedend zoekt hij vergeefs naar haar licht.
De avond is zwaarmoedig na zijn handdruk.
Deze zomer ziet het gras groen van afgunst.
De blinde zoeker voelt zijn vondst grijnzen:
het leedvermaak van een versteende geest.
Hij omzeilt het meer van de overlevering.
Het water drinkt de virtuoze verklaringen.
De moed zingt heel diep in zijn schoenen.
© Willem M. Roggeman, 2023