“Ik ben een lezer met de buien van geestdrift en verontwaardiging van een lezer; ik ben geen voorlichter, en ik zou het niet willen zijn.” – du Perron
Versindaba publiceert onregelmatig het ‘Cahier van een lezer’. Op de letterkundige brug tussen Zuid-Afrika en de Lage Landen deel ik parafernalia in de geest van de gelijknamige kleinschalige boekprojecten van de Nederlandse schrijver E. du Perron. Het Cahier, waarvan later een boekpublicatie verschijnt bij Naledi, is een neerslag van leeservaringen op het gebied van Nederlandse en Zuid-Afrikaanse letteren.
#24 Vraaggesprekken met literaire agenten
DEEL 15 – In gesprek met Andries Visagie
In een vraaggesprek wordt actoren in de Afrikaanse literatuur gevraagd hoe zij hun rol beschouwen als literair agent, hoe en aan welke specifieke fluctuaties (literair, cultureel, maatschappelijk, economisch) het veld van de Afrikaanse letteren onderhevig is, welke uitdagingen zij persoonlijk ervaren als bepalend voor de actuele Afrikaanse letteren.
Gesprekspartners, tegelijk ook hoofdrolspelers in het Afrikaanse literaire gesprek, bekleden uiteenlopende rollen: schrijver, vertaler, uitgever, criticus, keurder, academicus. Eerst wordt gevraagd naar de institutionele functies en vervolgens gepeild naar ontwikkelingen in het hedendaagse Afrikaanse literatuurlandschap, welke wegen de betrokkenen zelf bewandelen in die trajecten van de literatuur en hoe het gesprek vandaag verloopt en/of welke de uitdagingen zijn voor de Afrikaanse letteren. Ieder gespreksgenoot spreekt natuurlijk in eigen naam, vanuit een particuliere positie en gericht op een persoonlijke esthetica, de institutionele rol van literair agent, van betrokken instantie in het vertoog over literatuur in een Zuid-Afrikaanse context.
Voor een toelichting bij het opzet van de interviews en een tweedelige inleidende tekst verwijs ik naar https://versindaba.co.za/2024/05/23/yves-tsjoen-cahier-van-een-lezer-18/. In de gesprekkenreeks zijn reacties opgetekend van Joan Hambidge, Johan Coetzee, Charl-Pierre Naudé, Marlies Taljard, Mercy Kannemeyer, Ilse van Staden, Eben Venter, Marita van der Vyver, Bernard Odendaal, Paul Kammies, Klara du Plessis, Alwyn Roux, Izak de Vries, Marni Bonthuys, Pieter Odendaal en Marius Swart. Vandaag is Andries Visagie aan het woord.
1 Kun je het agentschap (“agency”) als literair betrokkene in het hedendaagse Afrikaanse literatuurlandschap becommentariëren? In het complexe systeem van literaire actoren, instanties en strategieën bekleed je naast velen hoe dan ook een eigen positie. Hoe zou je die rol zelf omschrijven?
ANDRIES VISAGIE
As professor in die Departement Afrikaans en Nederlands by die Universiteit Stellenbosch is my doseertaak gerig op die Afrikaanse prosa en in ’n mindere mate ook die drama en poësie. In my navorsing is ek toenemend in vergelykende literatuurstudie geïnteresseer met die raakvlakke tussen die Afrikaanstalige en Nederlandstalige letterkundes as belangrike fokus. As resensent is my werk feitlik uitsluitlik op die Afrikaanse letterkunde gerig. My akademiese burgerskapsaktiwiteite betrek dikwels die Afrikaanse literatuur (keuring van manuskripte en artikels, lidmaatskap van die Letterkundekommissie van die SA Akademie vir Wetenskap en Kuns tot en met 2024, en my voorsitterskap van die Afrikaanse Letterkundevereniging sedert 2021), maar as raadsondervoorsitter van die SA Sentrum vir Nederland en Vlaandere in Kaapstad en as raadslid van die Van Ewijck-Stigting is ek ook aktief betrokke by die bevordering van kulturele bande tussen Suid-Afrika en die Lae Lande.
2 Het gesprek over literatuur op het openbare forum wordt niet alleen bepaald door schrijvers, teksten en bijvoorbeeld de literatuurkritiek. Ook uitgeverijen, met zaakwaarnemers en managers, redacteurs, boekontwerpers en lectoren, of bijvoorbeeld literatuuronderwijs op school en aan universiteiten, bepalen naast tal van andere agenten het beeld van een literatuur(landschap). Welke poëticale visie of ideeën omtrent literaire producties verdienen (méér) aandacht in het huidige literair systeem?
ANDRIES VISAGIE
Die bewaring van die literêre erfgoed in Afrikaans verdien meer aandag. Daar is digitiseringsinisiatiewe om die literatuur te bewaar en in omloop te hou, maar hierdie pogings sou kon baat by ʼn sentrale platform. Die heruitgawe van belangrike boeke vind nog sporadies plaas, maar selfs onlangs bekroonde literêre werke is nie meer in die handel verkrygbaar nie. Nuwe leesedisies van belangrike boeke kan met meer toewyding aangepak word. Verder is leesbevordering ʼn dringende behoefte in Suid-Afrika. Die lees van boeke is ’n belangrike manier om die verstrooiing van die slimfoontegnologie teen te gaan en om iets van ʼn volgehoue aandagspan in te oefen en te bewaar. Leesbevordering, veral onder die jeug, kan aandagtigheid aankweek en die ontwikkeling van ʼn intellektuele lewensuitkyk bevorder.
3 Hoe zie je het hedendaagse landschap van een kleinere literatuur zoals die van het Afrikaans in een meertalige en multiculturele omgeving? Zijn er bepalende factoren en veranderingen die het gesprek over Afrikaanse literatuur vandaag anders maken dan gisteren?
ANDRIES VISAGIE
Die Afrikaanse literatuur kan steeds reken op ʼn getroue lesersgroep en ’n goed ontwikkelde uitgewersbedryf. Belangrike ondersteuningsnetwerke vir die behoud van ʼn lewenskragtige literatuur is egter besig om swaar te kry, veral wat betref onderwys in Afrikaans op skool en by universiteite, asook by voorskoolse leerinstellings. Die verengelsing van die openbare sektor neem toe en die ruimte waar Afrikaans uitgeleef kan word, krimp. Wat wel opwindend is, is die verskillende variëteite wat tans in die Afrikaanse literatuur neerslag vind. Dit skep ’n nuwe energie met nuwe rolspelers wat anders dink oor die bevordering van die literatuur.