Welke poëzie neem je mee naar een onbewoond eiland, als je niet weet hoe lang je er zult blijven? Poëzie die je warm houdt als je slaapt. Poëzie waar je een goedgevulde maag aan overhoudt of waar je liederlijk dronken van wordt. Dat lijkt me wel wat. Of een bundel die flink met je in discussie gaat, ter bestrijding van de zelfgenoegzaamheid. Ook handig: poëzie die licht geeft, zodat je passerende schepen kunt waarschuwen (dat wil zeggen: áls je gered wenst te worden, wat nog helemaal niet zeker is). Allemaal onzin natuurlijk: waarschijnlijk bestaan de meest indrukwekkende effecten van poëzie uitsluitend in het hoofd. Een paar mooie regels kunnen je eigen bovenkamer dan wel in lichterlaaie zetten – de aandacht van een kapitein zul je daar niet mee trekken. Die heeft wel iets beters te doen (die is niet voor niets kapitein geworden).
Ik mocht eind november een weekje vrijwillig in ballingschap op een lief, onbewoond eilandje – toch nam ik geen poëzie mee. Ik had al een poosje helemaal geen zin meer in gedichten. Niet in die van anderen en al helemaal niet in die van mezelf. Dat soort periodes maak ik wel vaker door, vooral wanneer het leven flink in beweging is. Als mensen die gelukkig horen te zijn plotsklaps heel ongelukkig worden. Als geliefden die je onafscheidelijk had gedacht zich van elkaar los moeten scheuren. Als mensen die nog lang niet dood mogen vreselijke ziektes krijgen. Als de relativiteit der dingen in volle glorie opduikt, als een enge man in een zonnig park. Dan hoef ik even geen gedichten. Dan wil ik dokters zien rennen, statistieken zien omtuimelen en wonderen zien gebeuren. En ter afleiding klamp ik me nog liever vast aan een luidruchtige vechtfilm met een volstrekt ongeloofwaardige verhaallijn waarin de goede man wint en de slechte ten onder gaat. Soms helpt popcorn beter dan poëzie.
In mijn koffer zaten twee romans, twee essaybundels en een schitterend boek van Douwe Draaisma, over het vergeten. Met name dat laatste leek me erg nuttig op een onbewoond eiland – het boek klonk als een praktische zelfhulpgids, vond ik. En altijd heb ik gedroomd van doelgericht vergeten. Op het eiland zou ik eindelijk de tijd hebben dat onder de knie te krijgen. Weg met die zoete spookbeelden, die onvergetelijke gezichten, die weemoedig stemmende herinneringen aan vervlogen nachten. Opgeruimd staat netjes. Maar het Vergeetboek bood in dat opzicht geen soelaas. Vergeten is lastig te sturen, zoveel is duidelijk. Wel was er een zin die mij weer hoopvol stemde: ‘Vergeten is door onze herinneringen gemengd, als gist door deeg.’ (Ik vermoed dat Douwe Draaisma eigenlijk een dichter is).
Emma Crebolder publiceerde in maart van dit jaar een dichtbundel over het vergeten. Boven elk gedicht staat, bij wijze van titel, een aantal puntjes: de letters van het ontschoten woord. Het zijn gedichten over wat er niet is en waar naar gezocht wordt. Het werkt heel aanstekelijk om zulke gedichten te lezen – voor je het weet schieten je woorden te binnen die je zelf al heel lang kwijt was. Of omgekeerd: er ontvallen je begrippen die je dacht nooit te zullen verliezen. Het zou een mooie bundel kunnen zijn om mee te nemen naar een onbewoond eiland – zelfs als je geen zin hebt in gedichten. Je zou je dan bezig kunnen houden met de titels en, al wordt je daar geen betere vergeter van, met de invloed van een stel piepkleine puntjes op een mensenleven. (Puntjes: de lege dagen in de agenda van wie niet meer naar buiten wil, het overgaan van de telefoon als de verlaten geliefde belt, de apparatuur naast het ziekenhuisbed). Het zou me niets verbazen als het tot verrassende inzichten leidt: lezen wat vergeten werd. De zalige leegte van het ontbreken. En dan maar hopen dat niemand je komt redden.
[..]
We weten soms niet of het rechts-
of linksaf was. Na een licht wervelen
herstelt zich dat. We vallen wel eens
op ons schouderblad dat we steeds
als schild tegen erger hieven.
We weten soms niet waarom of
waartoe. We schuiven als paar in
elkaar tot de oogbol verschiet. Terwijl
het nog zacht nasneeuwt onder ons vel
ligt het juk al klaar. Misleid zijn we wel.
Uit: Vergeten van Emma Crebolder, uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2010.
Welkom terug, Ester! Ons is besonder bly dat jy jou eilandverblyf oorleef het … Hierdie berigte was nogal kommerwekkend gewees. 🙂
https://versindaba.co.za/2010/12/06/ester-naomi-perquin-se-noue-ontkoming/
Louis