
Volgens ‘n berig by De Contrabas is die kortlys vir vanjaar se toekenning van die C. Buddingh-prys verlede week bekend gemaak. Dié prys, wat soortgelyk is aan ons eie Ingrid Jonker-prys, beloop € 1.200 en word jaarliks aan die beste poësiedebuut van die voorafgaande jaar toegeken.
Die genomineerdes (in alfabetiese volgorde) is: Y.M. Dangre (Meisje dat ik nog moet), Dennis Gaens (Ik en mijn mensen), Marjolijn van Heemstra (Als Mozes had doorgevraagd) en Lieke Marsman (Wat ik mijzelf graag voorhoud).
Die beoordelaars is Anja de Feijter, Koen Stassijns en Maarten Elzinga. Die prys sal tydens vanjaar se 42ste Internasionale Poësiefees te Rotterdam op Donderdag, 16 Junie, aangekondig word. (Die fees self duur van 14 tot 19 Junie 2011.)

Nietemin, geoordeel aan die reaksie in die Nederlandse media, moet Lieke Marsman na alle waarskynlikheid beskou word as een van die gunstelinge om met dié gesogte prys bekroon te word. In sy bespreking van haar bundel het Luuk Gruwez soos volg geskryf: “Wat ik mijzelf graag voorhoud, het debuut van de tweeëntwintigjarige Lieke Marsman, wordt door enkele Nederlandse recensenten bejubeld als een der beloftevolste debuten van de jongste jaren. Daar valt inderdaad veel voor te zeggen, hoewel – zoals steeds bij een debuut dat boven het maaiveld uitsteekt – het klassieke gevaar van overschatting dreigt […] Doorgaans komt een debutant niet los van zijn ik, stelt hij zich daarover geen vragen. Niet zo Lieke Marsman. Zeer matuur is deze bespiegeling van haar waarmee zij zich onthecht van de persoonlijke biografie: ‘We zijn heel stil terwijl ik haast voor het eerst een gedicht schrijf/ waarin ik niet begin met enkel ‘ik’ (…).’ Het zijn woorden die erop wijzen dat de dichter, hoe jong ook, al beseft dat het persoonlijke pas interessant is wanneer het tot iets universeels wordt getransformeerd. En inderdaad, hier spreekt iemand die, precies omdat zij in staat is los te laten, de buitenwereld toelaat zonder dat zij er haar eigen identiteit moet bij inboeten.”
Mmm, Klink beslis indrukwekkend. Vir jou leesplesier volg die openingsgedig waarna Luuk so prominent verwys in sy bespreking van haar bundel, onderaan. (Lees ook die volledige bespreking by Wisselkaarten.)
***
Sedert Vrydag het Philip de Vos ‘n nuwe blog geplaas oor boeke wat sy lewe verander het. Pure leesplesier, soos altyd.
Geniet dit. En so ook hierdie week wat (hopelik) rus-rus gaan verloop.
Mooi bly.
LE
Vasthoudendheid
Er bestaan vele redenen waardoor je niet stil
kunt blijven liggen, ‘s nachts. Als je steeds
moet hoesten, bijvoorbeeld, zal je lichaam
op en neer schokken alsof je op een rijkoets ligt en
als je erg ziek bent, een lijkwagen. Of het is zo
dat je niet weet waar je moet kijken, omdat alles
voor je ogen rood is. Je ogen zijn zo rood, omdat
iemand heeft gezegd dat je ogen zo blauw zijn en
dat heeft je geraakt. Het fijne aan geraakt worden
is dat het niet lang hoeft te duren om lang
te blijven duren en het vreemde aan geraakt zijn
is dat het nagalmt en nastampt en toch ben je
er stil van. Het mooie aan het woord stil is dat het
iets zegt over geluid en beweging en het bijzondere
aan geluid is dat het bestaat uit beweging. Het fijne
aan beweging is dat het zo ingetogen is, je kunt
heel zacht je huid laten voelen dat iemand anders
je huid voelt. Tegelijkertijd is het fijne aan beweging
juist dat het uitbundig is, je kunt heel hardnekkig
een dansend monster in je voeten hebben zitten, dat
je hakken de hele avond de grond in wil stampen.
Maar het vreemde aan een hele avond is dat je soms
niet weet welke vorm van beweging je het liefst
lang laat duren. Gelukkig is het goede aan iets lang
laten duren dat alles op den duur weer terug stil valt.
En wat ik het allermooiste aan het woord stil vind,
is dat je er in het Engels een l aan kunt plakken,
waardoor we elkaar kunnen vragen, waarom we
nog steeds niet gaan slapen
© Lieke Marsman (Wat ik mijzelf graag voorhoud, 2010: Uitgeverij G.A. van Oorschot)