Delphine Lecompte. Haai en toog
Haai en toog
We zijn haaien, we drinken om onze sterfelijkheid acuter te maken
Het werkt wonderwel, voor mij althans
Je zegt: ‘Morgen ga ik naar Dordrecht om Sinterklaasballonnen te kopen.’
Ik bestel nog twee glazen witte wijn
De witte wijn was jouw idee, dat we haaien zijn geworden is mijn fout.
Ik vraag: ‘Mag ik een nieuwe kroonluchter voor je kopen?’
Nee, het mag niet, je bent een macho; je aanvaardt geen cadeaus van vrouwen
Wat doe ik hier eigenlijk?
‘Wat doen we hier eigenlijk?’
‘We drinken witte wijn, we spreken over trampolines, lookpersen en rookgordijnen.’
De waard zegt: ‘Mijn vader is eergisteren getrouwd met een twintigjarige achtergrondzangeres.’
‘Wiens achtergrond?’ Vraag ik
‘Wier.’
‘Wier achtergrond?’
‘Ik weet het niet.’
We zijn dolfijnen, we drinken om onze guitigheid geloofwaardiger te maken
Het lukt niet, bij mij lukt het alleszins niet
Je tekent een baviaan op een bierviltje, je geeft hem een partner
En een jeep vol Duitse toeristen om te belagen met grint en blikjes
Het blijft moeilijk om je talent te erkennen, je grote gulzige zelfgenoegzame tekentalent.
De waard trakteert ons, een bovenbeste waard maar een waardeloze schoonvader
Een man die als twee druppels water op Robert Redford lijkt betreedt de herberg
Hij bestelt een fles champagne voor zichzelf
‘Ik vier de verstikkingsdood van mijn ex-vrouw.’ Legt hij uit
‘Voedsel of een vreemd object?’ Vraag ik.
‘Wier.’
‘Wier??’
‘Wier.’
‘OK.’
‘Heel OK! Voor mij althans..’
‘Je bent een haai.’
‘Ja.’
‘Je bent onsterfelijk.’
‘Nee.’
‘Je bent guitig.’
‘Nooit.’
‘Je bent Robert Redford.’
‘Kom zitten op mijn schoot.’
©Delphine Lecompte / 2015