Palimpsest
Hij spreekt met doorgestreepte woorden.
Hij schept ander leven uit een sterfputje.
De grenzen van de nacht knipt hij weg.
Zo merkt hij hoe de nieuwe dag wijkt,
verbluft, verwonderd en onachtzaam
voor de uren die overal heen rennen.
Dan valt ergens een lijk uit een kast.
Bleek geworden levert de ambtenaar
gul zijn niets verklarend commentaar.
Zijn gezicht is een open boek,
een gesloten systeem, een valkuil
voor een zeventigjarige minister,
tuk op tegenstellingen, kauwend
op zijn binnensmonds gemompel
want van spreken is voortaan
geen sprake meer.
Met één pennentrek schrapt hij dit alles
waardoor het de schijn aanneemt
van iets anders.
© Willem M. Roggeman, 2020