Dialectiek
De taaldelinquent ontvreemdt woorden
uit een dialoog vermomd als stijlfiguur.
Nergens laat dit mysterieuze personage
een spoor na want hij stapt voorzichtig
in de voetafdrukken van zijn schaduw.
Alleen wie tijdig weet te verdwijnen
laat een verblindende naam achter.
Alles wat afwezig is, wordt fascinerend,
lost op in een luidruchtig wolkenspel.
En iets dat voorbij is, zit voorgoed vast,
raakt verzeild in vele soorten duisternis.
De suggestie van een spiegelbeeld
wordt zichtbaar bij elke redenering
over de voordelen van schrikdraad
aan de grenzen van de verbeelding.
Een ik-figuur speelt met zijn spelfouten.
Hij graaft steeds dieper in zijn dialect
maar breekt zo zijn bevroren handen af.
Zijn beeldspraak is echter beeldschoon.
De wind berooft hem van zijn stem.
Telkens wanneer hij naar adem snakt,
verbergt hij zijn ziekte in de gordijnen
en wordt even romantisch als de sterren.
Want alles wordt steeds herleid tot lucht
spiegelingen van vergeten ervaringen.
© Willem M. Roggeman, 2021
Wat ‘n werk. Mens word herinner aan Herakleitos se “eenheid wat met sigself strook d.m.v. onenigheid”; (“unity which agrees with itself by being at variance”).