HYPATIA LANG GELEDEN
In de woestijn razen nu geen auto’s voorbij,
alleen tijdens een internationale rally wordt
het azuur gezeefd en raakt het oog bevlekt.
Met haar Egyptische amandelogen leek Hypatia
in profiel op één van die vrouwen, geschilderd
op de muren in de grafkelder van een dode farao.
Zij was het raadsel onder de bekende geleerden
die in de bibliotheek van Alexandrië werkten
tot in 415, de tijd dat de Romeinen er heersten.
.
In de eindeloze zaal met de ontelbare nissen
waarin het epitaaf van de Helleense wereld
lag opgeslagen, van Spanje en Athene tot Indië,
boog zij zich over de dikke opengerolde boeken.
Meesteres in wiskunde, sterrenkunde en natuurkunde
was zij ook nog het hoofd van de neoplatonische
filosofische school, was zij een zelfstandige vrouw,
een amfoor vol wetenschap en steevast een schandaal,
bewonderd door velen en gehaat door nog meer.
Wegens haar kennis werd zij als heiden beschouwd.
Fanatieke christenen wachtten haar in de straat op,
sleurden haar van haar wagen, scheurden haar tunica,
schreeuwden en bekogelden haar met scherpe stenen
zo lang tot zij doof en dood op de rijweg bleef liggen.
Twee eeuwen later veroverden de Arabieren de stad
en staken met heilig vuur de bibliotheek in brand
want wetenschapsboeken waren in strijd met de koran
en als ze dat niet waren, dan waren ze toch overbodig.
© Willem M. Roggeman, 2021