“Ik ben een lezer met de buien van geestdrift en verontwaardiging van een lezer; ik ben geen voorlichter, en ik zou het niet willen zijn.” – du Perron
Versindaba publiceert onregelmatig het ‘Cahier van een lezer’. Op de letterkundige brug tussen Zuid-Afrika en de Lage Landen deel ik parafernalia in de geest van de gelijknamige kleinschalige boekprojecten van de Nederlandse schrijver E. du Perron. Het Cahier, waarvan later een boekpublicatie verschijnt bij Naledi, is een neerslag van leeservaringen op het gebied van Nederlandse en Zuid-Afrikaanse letteren.
Poëzie van Luuk Gruwez in het Afrikaans
De poëzie van Luuk Gruwez is voor de Zuid-Afrikaanse lezer niet onbekend. Hennie van Coller is de vertaler van Bandelose gedigte (Praag, 2007). De tweetalige editie in Nederlands en Afrikaans bevat een selectie uit de lyriek in Vuile manieren (1994), Bandeloze gedichten (1996), Dieven en geliefden (2000) en Allemansgek (2004). De ietwat misleidende titel Bandelose gedigte – niet zoals Vuile manieren, Dieven en geliefden en Allemansgek de titel van een afzonderlijk uitgegeven dichtbundel – verwijst naar de eerste auteursbloemlezing van de schrijver: Bandeloze gedichten (1996, redactie Georges Wildemeersch). De zelfbloemlezing bevat gedichten uit de periode 1977-1990, dat wil zeggen alle bundels vanaf Ach, wat zacht geliefkoos om een mild verdriet (1977) en voorafgaand aan Vuile manieren (1994). Het debuut Stofzuigergedichten (1973) is door de auteur weggelaten uit alle zelf samengestelde verzamelbundels. Later heeft Gruwez zijn poëzie nog tweemaal verzameld: Garderobe (2010) en een tweede uitgebreide druk van Garderobe in 2015 (aangevuld met de bundel Wijvenheide). Voor de auteursedities bracht de dichter wijzigingen aan in de gedichten. Variantenstudies wijzen uit hoe ingrijpend de schrijver soms ingreep in oorspronkelijke teksten.
In 2021, veertien jaar na Bandelose gedigte, presenteerde Hennie van Coller een tweede bundel met Gruwez-vertalingen: Weerbare weemoed (Kraal Uitgewers, 2021). De uitgave bevat een keuze uit Lagerwal (2008), Wijvenheide (2012), De eindelozen (2015) en Bakermat (2018). Hij heeft in het uitgavejaar van Bandelose gedigte ook een integrale vertaling verzorgd van Dikke mensen (1990; Vet mense, Universiteit van die Vrystaat, 2007). Her en der verspreid zijn daarnaast nog vertalingen van Gruwezs poëzie gepubliceerd, zoals in Groot Verseboek samengesteld door André P. Brink (https://journals.co.za/doi/pdf/10.10520/EJC112345). Over de tweede verzamelaar in Afrikaans Weerbare weemoed merkte Wium van Zyl in 2022 op: “Ek is dankbaar dat Van Coller deur die boek die aandag opnuut vestig op hierdie Vlaming se ryk poësie. En wat ek ook al verder mag uitwys, Weerbare weemoed bevat vertalings waaraan ek groot plesier beleef het. Dat die boek ook die oorspronklike Nederlandse tekste bevat, is ook waardevol” (gepubliceerd op LitNet: https://www.litnet.co.za/luuk-gruwez-weerbare-weemoed-uit-nederlands-vertaal-deur-hennie-van-coller/).
Wium van Zyl is de vertaler van Nederlandstalige boeken, zoals Pieter Aspe (De kinderen van Chronos; Die kinders van Chronos, LAPA, 2013), Luc Panhuyzen (Een Nederlander in de wildernis. De ontdekkingsreizen van Robert Jacob Gordon in Zuid-Afrika; Ontdekkingsreisiger of Soldaat? Die Verkenningstogte van Robert Jacob Gordon (1743-1793) in Suider-Afrika, Africana Uitgewers, 2015) en Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen; Nooit meer slaap nie, Naledi, 2018). In zijn boekbespreking velde hij een kritisch oordeel over Weerbare weemoed. Naast de onvermeld gebleven criteria die ten grondslag liggen aan de door Van Coller ontworpen tekstselectie plaatste Van Zyl met behulp van een close reading van een van de vertaalde gedichten kritische kanttekeningen bij het geleverde vertaalwerk: “Die bloemlesing bevat heelwat voorbeelde van waar die vertaler kortpad sny”. Dergelijke short-cuts zie ik wel vaker in vertalingen van Nederlandstalige romans en dichtbundels in Afrikaans. Van Coller heeft over Gruwezs werk meermaals gepubliceerd, zoals in Stilet (2016, https://journals.co.za/doi/pdf/10.10520/EJC-7c620aa22) en een profiel over Gruwez is opgenomen in het tweede deel van Verbintenis en venster. Die Nederlandstalige letterkunde van aanvang tot hede. ’n Afrikaanse literatuurgeskiedenis (red. H.P. van Coller, D. de Geest & H. du Plooy, 2019).
Ter informatie vermeld ik het interview van Louis Esterhuizen met Luuk Gruwez geplaatst op Versindaba (2009), met bij wijze van addendum het gedicht ‘Moeders’ in een vertaling van Van Coller: https://versindaba.co.za/2009/04/01/onderhoud-met-luuk-gruwez/. Voor bibliografische gegevens over het werk van Gruwez kan de lezer terecht op Paukeslag (Poëziecentrum): https://www.paukeslag.org/exhibits/show/luuk-gruwez-van-stofzuigergedi/de-bibliotheek-van-gruwez.
Het is goed dat meerdere vertalers, zoals thans Alwyn Roux (met zijn vertaling van een muurgedicht van Gruwez aan zijn proefstuk toe), zich buigen over de poëzie en dat naast de verdienstelijke vertalingen door Van Coller ook weer andere interpretaties voor Afrikaanse lezers naar voren worden gehaald.